De onvoorwaardelijke toezegging & de omgekeerde verwarring

31-01-2012 Print this page

B9 10733. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 31 januari 2012, KG ZA 11-1430, Stichting Paperclip tegen NCRV.

Merkenrecht. Eiser, de stichting Paperclip, organiseert dance events en clubfeesten in de regio Eindhoven en is licentienemer van het Benelux-woordmerk Paperclip. De stichting maakt bezwaar tegen de registratie en het gebruik van het Benelux woordmerk paperclip door de NRCV voor het op het (niet meer bestaande) radioprogramma Paperclip Radio gebaseerde Paperclip Magazine. Na sommatie door de stichting heeft de NRCV de classificatie bij het woordmerk beperkt en aangepast.

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de stichting Paperclip af. De onvoorwaardelijke toezegging van de NCRV om het teken Paperclip alleen nog te gebruiken in combinatie met het logo of de naam NCRV zorgt er naar mening van de voorzieningenrechter voor dat er geen sprake meer is van gelijke tekens.  “De voorzieningenrechter acht voorshands de verschillen tussen het teken en het Paperclip-merk meer dan onbeduidend, temeer vanwege het bekende en daarmee meest onderscheidende- element ‘NCRV’ in het teken.”

Ook het beroep op ‘omgekeerd verwarringsgevaar’ (dat de dance events geassocieerd gaan worden met de NCRV) wordt afgewezen, nu artikel 2.20 sub b BVIE alleen bescherming biedt tegen ‘verwarring met het merk’.  Omgekeerd verwarringsgevaar komt feitelijk neer op afbreuk aan onderscheidend vermogen of reputatie, maar aan de criteria van de bepalingen (sub b en sub d) die daarop zien, is i.c. ook niet voldaan. Het teken wordt door de NCRV rechtstreeks voor waren en diensten gebruikt en Paperclip kan niet als een bekend merk worden aangemerkt.

Lees het vonnis hier.