De overhandigde database

01-06-2011 Print this page

B9 9749. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 juni 2011, KG ZA 10-550, Converse inc tegen curator  Sporttrading Holland B.V. & Ferro Footwear B.V. c.s.

Bedrijfsgeheimen. Merkenrecht. Converse is sinds april 2009 verwikkeld in juridische procedures tegen  Sporttrading c.s. over counterfeit-schoenen. Deze procedures zijn door de curator (deels) overgenomen.

In het onderhavige geschil stelt Converse dat Sporttrading c.s. jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door de aan Sportrading c.s. door een ex-werknemer van Converse overhandigde database met productiegegevens (m.b.t. Converse schoenen) te gebruiken in haar geschil met Converse. Sporttrading c.s. zou aldus  profiteren van de wanprestatie van de ex-werknemer en zich daarnaast schuldig maken aan merkinbreuk, ongeoorloofde mededinging en aan het gebruik van door misdrijf verkregen vertrouwelijke gegevens.

De vorderingen van Converse worden afgewezen, voornamelijk omdat de aard van het kort geding de toewijsbaarheid in de weg staat . De vordering tot een gebruiksverbod m.b.t de bedrijfsinformatie in de procedures kan niet worden toegewezen omdat voorshands onvoldoende  aannemelijk is dat de curator daarmee onrechtmatig jegens Converse zou handelen

Merkenrecht: 4.2. (…) Niet is in te  zien waarom nu plotseling een beslissing over de gevorderde inzage in de bodemprocedure  niet kan worden afgewacht en een spoedeisend belang zou bestaan om nu al inzage te  hebben in het inbeslaggenomen materiaal om de gestelde merkinbreuk vast te stellen. Converse heeft daarnaar gevraagd ter zitting ook niet anders kunnen aangeven dan dat er  meerdere procedures aanhangig zijn tussen Converse enerzijds en Sporttrading c.s. c.q. haar  afnemers anderzijds en dat er in al die procedures duidelijkheid over de gestelde  merkinbreuk zal moeten komen. Het praktisch belang dat Converse ziet in snelle  duidelijkheid op dit punt rechtvaardigt echter geen ingrijpen in kort geding.

4.3. Daarnaast betwist de curator dat sprake is geweest van merkinbreuk door Sporttrading c.s. en heeft Converse de merkinbreuk in deze procedure niet of nauwelijks  gemotiveerd. (…) Dat de  voorzieningenrechter te Breda inbreuk in het eerdere kort geding aannemelijk heeft geacht  ontslaat Converse niet van de verplichting die ook in dit kort geding aannemelijk te maken.

4.6. (…) uit de  door partijen overgelegde producties is in ieder geval af te leiden dat verlof is verleend om  conservatoir beslag te leggen op bewijsmateriaal met betrekking tot de gestelde  merkinbreuk, niet voor bewijzen met betrekking tot het onrechtmatig gebruik en  verspreiding van bedrijfsvertrouwelijke informatie. In de bodemprocedure kan vervolgens  aan Converse worden toegestaan het bewijsmateriaal in te zien ter vaststelling van de  merkinbreuk, mogelijk ook de daarmee eventueel gemaakte winst, maar niet voor andere  doeleinden. Een dergelijke vordering is dan ook niet in dit kort geding toewijsbaar.

Bedrijfsinformatie: 4.7. De vordering onder a) is in zoverre spoedeisend dat de curator niet uitsluit dat hij  in het kader van de inbreukprocedures gebruik zal willen maken van informatie die door  Converse als bedrijfsvertrouwelijk wordt aangemerkt. Het gaat dan om andere informatie  dan door Sporttrading c.s. in de bodemzaken al is ingebracht omdat Converse die informatie  buiten haar vordering heeft gehouden.

4.8. Deze vordering kan niet worden toegewezen omdat voorshands onvoldoende  aannemelijk is dat de curator daarmee onrechtmatig jegens Converse zou handelen. Dat is  afhankelijk van de aard van de informatie terwijl daarnaast, afhankelijk van de concrete  omstandigheden, aan de zijde van de curator een rechtvaardigingsgrond zou kunnen bestaan  om de informatie in de inbreukprocedures in te brengen, ook al zou die informatie  vertrouwelijk zijn en ook al zou de boedel daarover beschikken doordat zij deze van [K] heeft verkregen. Voor het gevorderde verbod bestaat nog minder aanleiding nu van een bekwame curator een zorgvuldige afweging kan worden verwacht en de curator zijn  taken bovendien uitoefent onder toezicht van de rechter-commissaris.

Lees het vonnis hier.