De Raad voor Plantenrassen is nog steeds van belang

25-01-2012 Print this page

B9 10705. Kamerstukken Tweede Kamer. Verslag over de Raad voor plantenrassen op grond van artikel 39 Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

Op grond van artikel 39 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen wordt er elke vijf jaar een verslag aan beide kamers der Staten-Generaal gezonden ten behoeve van de beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van een zelfstandig bestuursorgaan. De Raad voor plantenrassen is een zelfstandig bestuursorgaan ingesteld in de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 en is belast met de toelating van nieuwe plantenrassen en de verlening van kwekersrecht.

Conclusie: Ondanks de internationalisering en de schaalvergroting van de veredelingssector is de Raad nog steeds van belang voor de Nederlandse land- en tuinbouwsector. Dat blijkt onder andere uit de vrij constante stroom van aanvragen voor kwekersrecht en voor het toelaten van rassen. Het is in dit verband veelzeggend dat men ook vanuit de sierteeltsector, die niet van de Raad afhankelijk is om zijn rassen op de markt te brengen, frequent gebruik maakt van de diensten van de Raad. De taken van de Raad vormen een samenhangend geheel en worden gelet op de grote acceptatie binnen de sector naar behoren uitgevoerd.

De evaluatie van de overdracht van de uitvoering van de werkzaamheden van de Raad naar Naktuinbouw zal op een later tijdstip plaatsvinden. Vooruitlopend daarop kan worden vastgesteld dat de Raad een kleine organisatie is en dat het daarom vooralsnog een juiste beslissing lijkt te zijn geweest om het administratieve apparaat van de Raad onder te brengen in een grotere organisatie zoals Naktuinbouw. Het maakt de organisatie minder kwetsbaar en binnen een grotere organisatie kan gemakkelijker een efficiencywinst worden geboekt.”

Lees het verslag hier.