De terugwerkende kracht kan niet uit art. 1019i worden afgeleid

25-04-2012 Print this page

B9 11138. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 24 april 2012, LJN: BW 4126, Dirrix tegen Eestairs Nederland B.V (met dank aan Rutger van Rompaey, QuestIE).

Auteursrecht. Procesrecht (dwangsommen na 1019i). Lint-trappen. Arrest in executiegeschil na Vzr. Rechtbank Breda, 20 oktober 2010, IEPT20101020 en Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 5 juli 2011, B9 9886, waarbij het hof de inbreukvorderingen van architect Dirrix toewees. De door gedaagde Eestairs aangeboden ZigZagtrap trap werd als aangemerkt als  inbreukmakend op de linttrap (‘traptreden in een lint van 'gevouwen' stripstaal’) van Dirrix (afbeelding).

In eerste instantie is Dirrix in het executiegeschil verboden ‘enige daad van tenuitvoerlegging te verrichten” aangaande het vonnis van de voorzieningenrechter van 20 oktober  2010. Nu dat vonnis door het arrest van 5 juli 2011 (alleen) op het punt van de rectificatie is vernietigd, oordeelt het hof i.c. alleen nog op de grieven m.b.t de dwangsommen en de proceskostenveroordeling. Het hof vernietigt i.c. het executievonnis van de voorzieningenrechter en oordeelt dat Eestairs wel degelijk dwangsommen heeft verbeurd. De proceskosten worden echter gecompenseerd.

Het hof verwerpt het betoog van Eestairs dat zij geen dwangsommen heeft verbeurd, aangezien de voorlopige voorziening op grond van art 1019i Rv (niet tijdig instellen hoofdzaak)  met terugwerkende kracht zou zijn vervallen. Naar het voorlopig oordeel van het hof kan de gestelde terugwerkende kracht echter niet uit de tekst van art. 1019i worden afgeleid, noch uit art. 50(6) TRIPs of art 9(5) van de Europese handhavingsrichtlijn. Nu evenmin andere gronden aanwezig zijn om de gestelde terugwerkende kracht van het verval van de voorziening aan te nemen, moet ervan worden uitgegaan dat het gevorderde executieverbod op deze grond niet toewijsbaar is. (4.7.1.)

Met betrekking tot de gestelde voortgezette openbaarmaking op haar eigen Nederlandstalige website oordeelt het hof dat Eestairs wel onmiddellijk de actie heeft ondernomen en het haar niet verweten kan worden dat bij  de technische uitvoering daarvan enige tijd gemoeid was. Met betrekking tot de Engelstalige website zijn wel dwangsommen verbeurd. De stelling van Eestairs (door partijdeskundigen onderbouwd en weersproken) dat op de overgelegde screenprints “als gevolg van de cache-werking louter historische gegevens te zien waren” wordt verworpen als onvoldoende concreet onderbouwd. Wat betreft de verijdering van verwijzingen op websites van derden heeft Eestairs mogen volstaan met het doen van een verzoek daartoe.

De gevorderde schorsing van de executie wordt derhalve afgewezen waar het de Engelstalige website betreft: €25.000,- . De proceskosten worden echter gecompenseerd.

Lees het arrest hier.