De universiteit is geen adverteerder

18-11-2011 Print this page

B9 10437. Reclame Code Commissie, 17 november 2011, inzake klacht Wakker Dier tegen Wageningen UR en NZO (met dank aan Jaap Kronenberg Dirkzwager).

Reclamerecht. Uitspraak RCC, in aansluiting op o.a. B9 10414: Kamervragen over de vervlechting van wetenschap en industrie, n.a.v. berichten dat melk lang niet goed is voor elk (“U geeft terecht aan dat commerciële voorlichting niet behoort tot de taak van universiteiten. De Reclame Code Commissie zal een oordeel uitspreken over de klacht die hierover is ingediend door Wakker Dier.”)

Klacht van Wakker Dier tegen de Universiteit Wageningen en de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO)  naar aanleiding van een nieuwsbericht  en een redactioneel artikel van de universiteit over de in de American Journal of Clinical Nutrition gepubliceerde resultaten van een onderzoek naar het effect van dagelijks melk drinken op het risico van hart- en vaatziekten.  Volgens Wakker Dier bevatten het nieuwsbericht en het artikel reclame uitingen voor melk en zijn die bovendien ongeoorloofd omdat ze niet toegelaten gezondheidsclaims inhouden.

De RCC wijst de klacht af omdat de gewraakte uitingen niet als reclame in de zin van de NRC kunnen worden aangemerkt. Wageningen UR is niet als adverteerder aan te merken. “Aan elk van de bestreden uitingen, die betrekking hebben op wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen de consumptie van melk en hart- en vaatziekten, kan een aanprijzend karakter ten aanzien van (het consumeren van) melk niet worden ontzegd, maar niet kan worden geoordeeld dat deze aanprijzingen door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van een adverteerder plaatsvinden."

“9. Gelet op (1) bovengenoemde verklaringen, inhoudende onder meer dat er geen contact met of beïnvloeding door NZO of een (extern) pr-bureau is geweest, (2) de in het verweer van Wageningen UR op de verklaringen gegeven toelichting, (3) het verweer van NZO dat zij op geen enkele wijze betrokken is geweest bij de totstandkoming of publicatie van de twee bestreden uitingen en (4) hetgeen hiervoor verder is overwogen, kan niet worden geoordeeld dat de klacht betrekking heeft op één of meer aanprijzingen van melk door een adverteerder dan wel geheel of deels ten behoeve van een adverteerder.”

Lees de uitspraak hier.