De vermelding van diens volledige naam

08-03-2012 Print this page

B9 10906. Rechtbank Amsterdam, 7 maart 2012, HA ZA 11-2349, Borgers tegen Hearst Magazines, Uitgeverij Prometheus en De Witt Wijnen (aan met dank aan Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen en Matthijs Kaaks, Boekx).

Eiser Borgers, een voormalig financial controller van de in opspraak geraakte zakenman Joep van den Nieuwenhuizen maakt bezwaar tegen de vermelding van zijn volledige naam in enkele publicaties en het boek ‘JOEP! Van held tot hoofdverdachte’. De bezwaren van eiser zien niet op de inhoud van de publicaties of de wijze waarop over hem is geschreven. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af.

Grootschalige faillissementsfraude en de (mogelijke) betrokkenheid van een financial controller daarbij is een ernstige misstand en Hachette c.s. hebben redelijkerwijs een maatschappelijk belang kunnen zien in het openbaar maken van deze misstand in al zijn facetten. Eiser heef daarnaast zelf de mogelijkheid om bezwaar tegen de vermelding van zijn naam in de publicaties te maken laten lopen, door de auteur niet te woord te willen staan. De andersluidende beslissing van de Raad voor de journalistiek maakt dat niet ander.

Interessant voor non-fictie en true-crime auteurs: “Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Borgers niet heeft betwist dat het in zogenaamde verhalende biografieën, in welke categorie hat boek valt, gebruikelijk is. althans vaak voorkomt, dat namen van verdachten voluit worden weergegeven. De naamsvermelding van Borgers is daarmee in overeenstemming met de stijl en van literaire non-fictie.”

De vermelding van Borgers naam voluit in de Quote van april 2011, geciteerd, kan naar oordeel van de rechtbank “wel als onnodig en pesterig worden beschouwd. Echter, het leed was toen al geschied.” Gesteld noch gebleken is dat Borgers door de enkele vermelding van zijn naam in dat artikel schade heeft geladen.

4.4. Grootschalige faillissementsfraude en de (mogelijke) betrokkenheid van een financial controller daarbij is een ernstige misstand. Hachette c.s. hebben redelijkerwijs een maatschappelijk belang kunnen zien in het openbaar maken van deze misstand in al zijn facetten. Van belang wordt daarbij geacht dat de samenleving van een financial controller verwacht dat deze zijn tank zorgvuldig on te goeder trouw vervult. Door Hachette c.s. is in dir verband onbetwist gestold dat een financial controller wordt gezien als hot financiële geweten van een onderneming. Misstanden als deze. moeten dan ook onderwerp van het publieko debat kunnen vormen.

4.5. Gelet op enerzijds het belang dat Hachette c.s. heeft kunnen toekennen aan publieke aandacht voor de in de publicaties genoemde misstand, en anderzijds de aard en betekenis van het handelen van Borgers in dat verband, kan niet worden gezegd dat de vermelding van diens volledige naam in de context van de publicaties iedere redelijke grond ontbeert. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat Borgers niet heeft betwist dat het in zogenaamde verhalende biografieën, in welke categorie hat boek valt, gebruikelijk is. althans vaak voorkomt, dat namen van verdachten voluit worden weergegeven. De naamsvermelding van Borgers is daarmee in overeenstemming met de stijl en van literaire non-fictie.

4.6. Daarbij komt dat Borgers zelf de mogelijkheid om bezwaar tegen de vermelding van zijn naam in de publicaties te maken heeft laten lopen. (…) Borgers en zijn advocaat hebben De Witt Wijnen evenwel niet te woord willen staan. In dit verband heeft  De Witt Wijnen ter comparitie - onbetwist - gesteld dat hij, zoals hij altijd doet voorafgaand aan publicaties, ook van plan was aan Borgers te vragen of hij bezwaar had legen volledige naamsvermelding maar dat hij aan deze vraag niet is toegekomen gelet op diens afwijzende reactie. 

4.7. (…) De onder 2.9 aangehaalde beslissing van de Raad voor de Journalistiek maakt dit niet anders. Bij de Rand voor de Journalistiek staat aan de hand van andere maatstaven dan die. Worden gehanteerd bij de beoordeling van de civiele aansprakelijkheid en aan de hand van andere maatstaven dan die worden gehanteerd bij beoordeling van de civiele aansprakelijkheid en aan de hand van andere bewijsregels ter bewijsregels of in strijd is gehandeld met in de journalistiek geldende normen en gedragsregels. (…)

4.8. De vermelding van Borgers naam voluit in de Quote van april 2011, zoals hiervoor onder 2.8 geciteerd, kan wel als onnodig en pesterig worden beschouwd. Echter, het leed was toen al geschied. Borgers was immers al door de eerdere publicaties bij een groter publiek als verdachte bekend geworden. Borgers stelt ook met zoveel woorden het meest last te hebben gehad van hat artikel in de Quote  december 2010. Gesteld noch gebleken is dat Borgers door de enkele vermelding van zijn naam in de Quote van april 2011 schade heeft geladen. Op uitsluitend deze publicatie kan de schadevergoedingsvordering daarmee niet Worden gegrond.

Lees het vonnis hier.