De vervalsing van de mededinging

11-03-2012 Print this page

B9 10923. Vzr. Rechtbank Amsterdam, 9 maart 2012, LJN: BV8483, Ahrend Inrichten B.V. Stichting ROC Amsterdam en Eromes Holding B.V.

Auteursrecht, althans een beroep op auteursrechtinbreuk door een mededinger in een aanbestedingsprocedure m.b.t. schoolmeubilair. Eiseres is als tweede in de aanbesteding geëindigd en stelt dat de aanbestedende dienst de winnaar van de aanbestedingsprocedure voor de levering van meubilair had moeten uitsluiten, omdat de winnaar onrechtmatig c.q. ongeldig heeft ingeschreven, doordat hij inbreuk maakt op de auteursrechten van derde Howe (geen partij in dit geschil) op Howe’s stapelbare tafel Tutor. De winnaar zou de inbreuk uiteindelijk in strijd met de mededinging en het bestek hebben gerepareerd door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst met Howe (na een niet-doorgezet ex parte verzoek van Howe).

De vervalsing van de mededinging zou er, kort gezegd, in zijn gelegen dat Howe, nadat Eromes ongeldig had ingeschreven, Eromes aan een alsnog geldige inschrijving heeft geholpen door de auteursrechtinbreuk op te heffen, terwijl die inschrijving wegens schending van het auteursrecht eerder als niet besteksconform buiten beschouwing had moeten worden gelaten. Die redenering kan echter alleen worden gevolgd als de auteursrechtinbreuk “buiten kijf staat”. In dit kort geding kan “niet worden aangenomen dat het voor Eromes bij inschrijving al duidelijk was (of had moeten zijn) dat haar aanbieding inbreuk maakte op de auteursrechten van Howe”.

Aangezien Howe en Eromes hun vaststellingsovereenkomst hebben gesloten om een einde te maken aan de onzekerheid over de vraag of sprake was van een auteursrechtinbreuk, betekent dat onder de gegeven omstandigheden ook dat deze vaststellingsovereenkomst niet de strekking of het gevolg heeft dat de mededinging wordt vervalst. “Dit geldt te minder, nu in dit kort geding niet is komen vast te staan dat de vaststellingsovereenkomst enkel is gesloten om Eromes ongestoord de aanbesteding te laten winnen. Dit zou anders kunnen zijn indien Howe (die gelet op de onbestreden stelling van Ahrend mededingingsrechtelijk aan haar distributeurs is verbonden) zich eerst na de gunning jegens Eromes op het standpunt zou hebben gesteld dat Eromes inbreuk op haar auteursrechten maakte, danwel dat Eromes het standpunt van Howe niet vanaf de eerste sommatie zou hebben bestreden. Beide situaties doen zich evenwel niet voor. Het moet er in dit kort geding dan ook voor worden gehouden dat aan de vaststellingsovereenkomst een daadwerkelijk geschil ten grondslag heeft gelegen en deze overeenkomst niet kan worden aangemerkt als een ‘reparatieovereenkomst’ die de eerlijke concurrentie tussen partijen heeft vervalst.

Geen 1019h proceskosten: 4.11. (…) De voorzieningenrechter stelt voorop dat ROC geen inhoudelijk verweer tegen de gestelde auteursrechtinbreuk van Eromes heeft gevoerd en ook niet heeft behoeven te voeren, omdat Ahrend geen vordering met die grondslag jegens ROC heeft ingesteld. De auteursrechtinbreuken komen slechts zijdelings aan de orde, hetgeen de toepassing van artikel 1019h Rv niet rechtvaardigt. Met betrekking tot Eromes geldt dat zij wel verweer heeft gevoerd tegen de door Ahrend gestelde auteursrecht inbreuk. Zij heeft daarbij verwezen naar het rapport van professor Jacobs. De voorzieningenrechter gaat er – mede gelet op de dag waarop het rapport is uitgebracht – vanuit dat dit rapport niet is opgesteld ten behoeve van deze procedure, maar eerder ter onderbouwing van haar stellingen jegens Howe. Voor het overige is de gestelde auteursrechtinbreuk slechts zijdelings in het verweer van Eromes aan de orde gekomen. Er is dan ook onvoldoende aanleiding om van het forfaitaire liquidatietarief af te wijken.

Lees het vonnis hier