De werkelijke en de hypothetische situatie

28-07-2011 Print this page

B9 9984. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 26 juli 2011, zaaknr. 200.058.425/01, ABK Kunststoffen B.V. c.s. tegen Snoeks Automotive B.V. (Met dank aan John Allen, NautaDutilh).

Octrooirecht. Schadebeoordeling. EP Snoeks m.b.t. een inbouwkit voor het creëren van achterbanken in bedrijfsauto’s. Het onderhavige geschil betreft (het EP is inmiddels integraal herroepen) alleen de schade die ABK en Transcare gesteld geleden hebben door de handhaving van Snoeks van haar octrooirechten. He hof vernietigt het vonnis waarvan beroep (Rechtbank ’s-Gravenhage, 18 november 2009, B9 8364) en wijst een aantal vorderingen alsnog toe. Liquidatietarief, nu de vorderingen in de hoofdprocedure zijn ingesteld voor implementatiedatum van de Handhavingsrichtlijn. 

4.5. Bij de beoordeling van de verdere verweren van Snoeks wordt het volgende vooropgesteld. De omvang van de winstderving moet worden bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid geweest is (de werkelijke situatie) met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest wanneer het onrechtmatig handelen van Snoeks niet zou hebben plaatsgevonden (de hypothetische situatie), Bij de begroting van de schade is de rechter niet gebonden aan de gewone regels van stelplicht en bewijslast, ook niet aan de regel dat een bewijsaanbod dat aan de daarvoor geldende eisen voldoet moet worden gehonoreerd (vergelijk HR 27 juni 2008, LJN:BD1842 en HR 5 juni 2009, LJN: BH5410). Voldoende is dat het bestaan van schade aannemelijk is, waarna deze door schatting kan bepaald worden. Met haar verweer dat A&T geen schade kunnen hebben geleden omdat zij door handhaving door Snoeks van haar octrooi niet zijn gehinderd in het leveren van kunstsoftoepassingen ziet Snoeks over het hoofd A&T in 2003 waren begonnen met het leveren van gordelframes en dat zij daarin wel werden gehinderd. (…)

4.26 Het hof schat, alles overziend, de kans dat A&T zonder handhaving door Snoeks van haar octrooi, hetzij gordelframes had kunnen blijven betrekken van Pewe, hetzij een ander leverantiekanaal daarvoor hadden kunnen aanboren, op 70%. (…)

6.6. De grieven van A&T in het principaal appel treffen doel, in die zin dat de beslissingen van de rechtbank om de vorderingen ter zake van winstderving en bijkomende kosten en, wat ABK betreft, onverkoopbare materialen af te wijzen, niet in stand kunnen blijven. In zoverre zal het vonnis vernietigd worden en zullen de vorderingen van A&T alsnog worden toegewezen tot de de rovv. 6.2 en 6.3 genoemde bedragen.

Lees het arrest hier.