De ZIN-overeenkomst

18-10-2011 Print this page

B9 10285. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 oktober 2011,  KG ZA 11-1043, Zumba Fitness Llc tegen [X],  [X] Z.E.S. BV, Zumba Holland Groningen B.V. & Zumba Holland B.V.

Merkenrecht. Auteursrecht. Handelsnaamrecht. Domeinnamen. Stukgelopen samenwerking. Geschil m.b.t.  Zumba,  een populair ‘latin dance fitness’-concept. Eiseres Zumba Fitness is merkhouder van diverse Zumba-merken en heeft een netwerk geautoriseerde regionale contactpersonen/instructeurs, de Zumba Educational Specialisten (ZES). Deze instructeurs kunnen lid worden van het Zumba Instructeurs Netword (ZIN) en zijn dan gerechtigd de Zumba-merken van eiseres te gebruiken.

Gedaagde [X] is betrokken geweest bij de introductie van het ZUMBA fitnessprogramma in Nederland en heeft een grote bijdrage verleend aan de bekendheid en populariteit van dat programma in Nederland en was aangewezen als ZES voor Nederland. Inmiddels is deze ZES-overeenkomst beëindigd en eiseres maakt bezwaar tegen het gebruik door gedaagden van de Zumba-merken en van door gedaagden geregistreerde Zumba-gerelateerde domeinnamen. Ook stelt eiseres dat gedaagde inbreuk maken op haar handelsnaamrecht en haar auteursrechten doordat zij fitness lessen aanbieden ‘waarin muziek en choreografie wordt gebruikt die Zumba Fitness heeft ontwikkeld’.

De voorzieningenrecht oordeelt dat de Zin-overeenkomst  rechtsgeldig is opgezegd en wijst de inbreukvorderingen grotendeels toe. “Het feit dat [X c.s.] zelf veel heeft geïnvesteerd in de bekendheid en populariteit van het ZUMBA-merk, kan ook niet leiden tot een ander resultaat. Dat feit impliceert niet dat [X c.s.] het merk in zijn handelsnamen mag blijven gebruiken na beëindiging van de samenwerking.”

Inbreuk op de merkrechten van Zumba wordt aangenomen: Het feit dat in de sportschool van X c.s lessen worden gegeven door personen die wel nog zijn aangesloten bij het ZIN en die dus nog wel van de merken gebruik kunnen maken, kan niet leiden tot een ander oordeel. De merken worden immers ook gebruikt door X  die zelf geen licentie meer heeft. Een beroep op het gebruik als aanduiding van de Zumba-lessen die ZIN-leden in zijn sportschool geven slaagt niet, omdat het opnemen van de ZUMBA-merken in de handelsnamen in dit geval naar voorlopig oordeel niet in overeenstemming is met de eerlijke handelsgebruiken in de zin van de relevante wettelijke bepalingen. Ook het gebruik van het ZUMBA-merk op posters, aanmeldformulieren en roosters moet naar voorlopig oordeel worden gekwalificeerd als een inbreuk op de ZUMBA-merken.  Het beroep op de in dit geval oudere handelsnaam van gedaagde slaagt eveneens niet: het gebruik van die handelsnamen is naar voorlopig oordeel ook niet (meer) in overeenstemming met de eerlijke handelsgebruiken.

Ook het gebruik gebruik van het teken “zumba” in doorverwijzende domeinnamen acht de voorzieningenrechter onrechtmatig. Niet steekhoudend is bestreden dat het merk bekend is en dat X c.s. door het gebruik van het teken, zonder geldige reden, ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het onderscheidend vermogen en de reputatie van het merk.  Door dit verbod is voor overdracht van domeinnamen nog onvoldoende reden.

Het gevorderde verbod op inbreuk op auteursrecht op muziek en choreografie wordt wel  afgewezen. Zumba Fitness heeft onvoldoende duidelijk gemaakt op welke muziek en choreografie zij auteursrechten claimt.

De gevorderde vernietiging van materiaal is tenslotte “naar zijn aard een onomkeerbare maatregel. Dat brengt mee dat die vordering in beginsel niet kan worden toegewezen zolang de inbreuk niet is vastgesteld in een bodemprocedure”.

Lees het vonnis hier.