Denkarbeid

11-08-2011 Print this page

B9 10021. Rechtbank ’s-Gravenhage, 10 augustus 2011, gevoegde zaken HA ZA 10-3234, Vermop Salmon GmbH tegen Newell Rubbermaid en HA ZA 10-3674 Newell Rubbermaid tegen Vermop Salmon GmbH (met dank aan Rutger Kleemans, Freshfields Bruckhaus Deringer).

Octrooirecht. Bodem na eerdere ex partes en kort  gedingen tussen partijen (zie hier).  Vermop is rechthebbende op een EP voor een “Mophalter sowie Mopbezug hierfür”, in het Nederlands “Mophouder alsmede mopbekleding hiervoor”.Met betrekking tot het octrooi oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag eerder dat een serieuze niet te verwaarlozen kans bestond  dat de gewijzigde conclusies 13, 14 en 15 van het octrooi in een bodemprocedure voor Nederland zou worden vernietigd wegens toegevoegde materie en gebrek aan inventiviteit. In casu concludeert de rechtbank dat deze aanname juist was en vernietigt de genoemde conclusies, waarna van inbreuk vanzelfsprekend geen sprake meer kan zijn. Ook interessant: Bij de 1019h proceskosten volgt de rechtbank de afspraak van partijen over de hoogte èn de verdeling.

Conclusie 13 bevat naar oordeel van de rechtbank ongeoorloofde toegevoegde materie: 4.5. Het voorgaande brengt met zich dat als figuur 15 een tweetal zaken openbaart de gemiddelde vakman dit niet los zal zien van de uitsparingen 15 en 15’. Zodoende is er sprake van een zogenaamde “intermediate generalisation” als Vermop Salmon in gewijzigde conclusie 13 bescherming verlangt van een mophoes zonder uitsparingen maar met niettemin een tweevoud aan zakken. Dit levert verboden toegevoegde materie op. Reeds op die grond moet deze conclusie voor nietig gehouden worden. De vragen of de materie neergelegd in deze conclusie nieuw en inventief is, zoals Newell Rubbermaid gemotveerd hebben bestreden, kunnen bij die stand van zaken in het midden blijven.

Conclusie 14 is kan niet als inventief worden aangemerkt, ook met toepassing van de problem-solution approach (PSA):  4.14. Zodoende blijft het  verschil tussen conclusie 14 en de mophoes van Straussover dat er is voorzien in uitsparingen van de langsranden in de zond evan de steelhouder ssn het scharnierplaatdeel. (…) Zo de gemiddelde vakman ter oplossing van dat probleem al niet op grond van zijn algemene vakkennis zou worden gebracht tot de nogal triviale maatregel om uitsparingen voor die steel te maken in de mophoes, dan zou hij stuiten op S Patent 4.114.233 van 19 september 1978 (“Buchanan”), waaruit die kennis rechtsreeks en zonder enige inventieve denkarbeid kan worden afgeleid.

Ook conclusie 15 ontbeert inventiviteit: 4.17.  Zo de toepassing in de mophoes van twee materiaaldelen met verschillende geaardheid niet rechtstreeks uit Strauss af te leiden is (…) respectievelijk behoort tot de algemene vakkkennis, valt deze maatregel zonder meer af te leiden uiy GB 632,797 (…) (“Smith’) voor een “improved mop.”

De 1019h proceskostenveroordeling volgt de afspraak van partijen: €80.000,-, waarbij onderdeel van de afspraak was dat bij oordeel dat een of meer conclusies nietig zouden zijn, Vermop Samon haar kosten vergoed zou krijgen en indien geen sprake zou zijn van inbreuk, waarvan na vernietiging nu sprake is, Newell Rubbermaid haar kosten vergoed zou krijgen.

Lees het vonnis hier.