Eén openbaarmaking, tweemaal toestemming?

13-10-2011 Print this page

B9 10274. Adonna Alkema, Hofhuis Alkema Advocaten: Eén openbaarmaking, tweemaal toestemming? Noot bij HvJ EU, 13 oktober 2011, B9 10272 (Airfield / Sabam & Airfield /Agicoa).

In het vandaag gewezen arrest in de zaak Airfield/Agicoa (B9 10272), beantwoordt het Hof van Justitie enkele belangrijke vragen over de uitleg van de Satelliet- en Kabelrichtlijn (richtlijn 93/83). De feiten laten zich als volgt – heel kort - samenvatten:  De omroeporganisaties leveren hun programmadragende signalen aan Airfield/TV Vlaanderen. Airfield geeft de signalen vervolgens (met tussenkomst van Canal Digitaal) per satelliet gecodeerd door aan haar abonnees, die de signalen door middel van een (door Airfield ter beschikking gestelde) decodeerkaart kunnen ontvangen.

Deze feiten geven het Hof aanleiding tot het beantwoorden van de volgende hoofdvragen:  Is sprake van één enkele mededeling aan het publiek van de televisieprogramma's of van twee gescheiden mededelingen aan het publiek, één verricht door de omroeporganisatie en één door de aanbieder van het satellietpakket?  En wanneer sprake is van één enkele mededeling aan het publiek, wie (de omroeporganisatie of de aanbieder van het satellietpakket) moet dan toestemming van de rechthebbenden verkrijgen?

(…)  Conclusie, althans vragen: Het HvJ lijkt dus te oordelen dat sprake is van één openbaarmaking, ook in het geval de aanbieder van het satellietpakket de werken voor een ruimer (en dus een nieuw) publiek beschikbaar maakt. Zou dit niet tot de conclusie hebben moeten leiden dat toch sprake is van twee afzonderlijke openbaarmakingen? Of bedoelt het Hof in ovv. 51 t/m 70 dat in beginsel van één openbaarmaking sprake is, tenzij (ovv. 76 t/m 83) de aanbieder van het satellietpakket een nieuw publiek bereikt?

Dat laatste lijkt logischer, omdat het Hof in ovv. 76 t/m 83 lijkt te concluderen dat i.c. tweemaal toestemming vereist is, nl. éénmaal een toestemming die aan de omroeporganisaties verleend wordt voor de mededeling aan het publiek via aanbieders van satellietpakketten en éénmaal een toestemming die aan de aanbieder verleend wordt voor de doorgifte aan het ruimere publiek. Dit kennelijk op de grond dat de werken door tussenkomst van de aanbieder toegankelijk worden "voor een ruimer publiek dan dat waarop de betrokken omroeporganisatie doelde, dat wil zeggen een publiek dat de auteurs van deze werken niet voor ogen hadden toen zij toestemming verleenden voor het gebruik van hun werken door de omroeporganisatie." Maar is dat laatste wel zo? (…)”

Lees de gehele noot hier.