In een CDA-auto

12-07-2011 Print this page

B9 9919. Rechtbank Breda, team kanton, 655466 CV, 6 juli 2011, Fotoburo Ad van Hasselt tegen De Jong & Christen Democratisch Appèl (CDA). (Met dank aan Kitty van Boven, i-ee.).

Auteursrecht. Fotografie. Het partijbureau van het CDA publiceert een door Van Hasselt genomen foto van een CDA wethouder ‘in CDA-auto’ zonder toestemming van de fotograaf op de CDA Flickr-pagina. Inbreuk en recht op schadevergoeding (€450,-, richtlijnen Fotografenfederatie) worden niet (meer) betwist, alleen de proceskosten zijn nog onderdeel van debat. De indicatietarieven geven echter ‘ook in deze zaak bij het team kanton enig richtsnoer’. De stelling dat partijen ook bij overleg wel tot een regeling waren gekomen is daarbij niet relevant, nog afgezien van  het gegeven dat over het geschil wel degelijk, maar vruchteloos, is gecorrespondeerd na sommatie.

3.6 (…)  Daarbij wordt opgemerkt dat deze tarieven weliswaar van toepassing zijn op procedures bij de sector civiel, doch ook in deze zaak bij het team kanton enig richtsnoer geven. De Jong en het CDA betwisten ook niet dat deze proceskosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Voorts hebben zij niet bestreden dat Van Hasselt de proceskosten beperkt gehouden heeft, zoals hij stelt, door een deel van de werkzaamheden door een medewerkster te laten verrichten. De Jung en het CDA voeren aan dat zij deze proceskosten echter voor rekening en risico van Van Hasselt dienen te komen, omdat hij degene is die direct een gemachtigde heeft ingeschakeld in plaats van eerst in overleg met De Jong en het CDA te treden. Zij stellen verder dat als Van Hasselt zelf met hen in overleg was getreden zij wel tot een regeling waren gekomen. Het voorgaande is echter geen argument om de proceskosten af te wijzen, dan wel te matigen. Het staat Van Hasselt immers vrij om direct een gemachtigde in te schakelen. Daarbij wordt opgemerkt dat zowel De Jong en het CDA na de eerste sommatiebrieven van de zijde van de gemachtigde niet hebben erkend dat sprake was van een inbreuk op het auteursrecht en ook niet bereid waren om tot betaling van schadevergoeding over te gaan, zodat hierover verder is gecorrespondeerd.

3.7 Gelet op het bovenstaande zijn de gevorderde proceskosten van € 2.489,60 aan salaris gemachtigde aan te merken als redelijke en evenredige kosten en verzet de billijkheid zich niet tegen de toewijzing daarvan.

Lees het vonnis hier.