In een dergelijk beperkt deel van de Gemeenschap

06-05-2011 Print this page

B9 9627 BBIE, 29 april 2011, Oppositiebeslissingen 2003572 en 2003573,  RW 1166114, GEO G. Sandeman Sons & Co. Ltd.  tegen The Robertson Wide River Wines Company (Proprietary) Limited.

Merkenrecht. Wèl vermeldenswaardige oppositiezaak. Gebruik in uitsluitend één lidstaat. Twee, alleen Franstalige, oppositiebeslissingen in de zaken ROBERTSON’S  (port) tegen ROBERTSON’S  WINERY en ROBERTSON.  Vervolg op en verduidelijking van de ONEL-beslissing? Enkel gebruikt in Nederland is in casu, gezien de aard van de waren (drank) onvoldoende om normaal gebruik van het Gemeenschapsmerk aan te nemen. Enkele interessante passages in vertaling:

   33. (…) Gebruik in uitsluitend één lidstaat leidt niet noodzakelijkerwijs tot wel of geen normaal gebruik in de Gemeenschap. Immers, moet worden onderstreept dat de interne (politieke) landsgrenzen van de Gemeenschap in beginsel geen rol spelen, maar dat er, conform de Europese rechtspraak, rekening moet worden gehouden met alle concrete omstandigheden van het geval, om vast te stellen of er sprake is van “normaal gebruik” voor de instandhouding van het ingeroepen merk.

   (…) 35. Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat gekeken moet worden naar de desbetreffende markt en dat naast andere aspecten met betrekking tot deze markt, de territoriale omvang van het gebruik één van de omstandigheden is waarmee gehouden rekening moet worden bij de beoordeling of het oudere merk al dan niet normaal gebruikt is voor de desbetreffende waren of diensten.

  (...) 49. (…) Deze waren [drank] zijn naar hun aard gericht op een zeer ruim publiek dat zich uitstrekt over het grondgebied van de gehele Gemeenschap.

  50.. Alle (…) stukken hebben  louter betrekking op Nederland, hetgeen in casu een zeer beperkt deel van de markt van de desbetreffende waren is. (…) Deze gerichte en beperkte acties  kunnen in de context van de branchegebruiken niet als een reële commerciële exploitatie worden aangemerkt.

  51. Met het oog op de omvang van het recht op een gemeenschapmerk en rekening houdend met de relevante markt van waren waarvoor het merk bescherming geniet (…) concludeert het Bureau dat zelfs al zouden de bewijzen volstaan om het gebruik aan te tonen van het ingeroepen merk in de relevante periode, dat dit gebruik van het merk in een dergelijk beperkt deel van de Gemeenschap onvoldoende is om normaal gebruik van het gemeenschapsmerk in dit geval aan te tonen.

Lees de oppositiebeslissingen hier en hier.