Een eigen verhaal van de maker

09-11-2011 Print this page

B9 10391. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 november 2011, KG ZA 11-1144, Van Herck tegen Klok en Invisible c.s. (met dank aan Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht en Martin Hemmer, AKD).

Auteursrecht. “Hans Klok moet gestolen goocheltrucs schrappen” bericht de Elsevier over deze niet oninteressante zaak over auteursrecht op goocheltrucs. Eiser, de Belgische goochelaar Rafael van Herck  is werkzaam als illusionist en als ‘magic consultant’. Onder de werkzaamheden als consultant valt onder meer het opzetten van routines en choreografieën met betrekking tot reeds bestaande illusies. Gedaagde Klok heeft voor zijn theatershow “The Beauty of Magic” in Las Vegas gebruik gemaakt van de diensten van Van Herck. Daarnaast heeft Van Herck  zijn medewerking verleend aan optredens van Klok in Nederland en Duitsland, als uitvoerend artiest dan wel door het beschikbaar stellen van illusies en materialen. 

In de onderhavige zaak stelt Van Herck dat Klok  inbreuk maakt op zijn auteursrecht op de  ‘hand through body’ en de ‘head drop’ routines, ‘door het uitvoeren van één van de twee routines, althans de combinatie daarvan’. Ook met door het gebruik van een speciaal kostuum, ‘althans bewerkingen van het kostuum die een verveelvoudiging opleveren’ en het tonen van beeldmateriaal waarin de routines en het kostuum worden getoond, zou Klok inbreuk maken op het auteursrecht van Van Herck.

De voorzieningenrechter wijst de vordering m.b.t. de ‘head drop’ routine ("De schouderklop mist zijn uitwerking niet en heeft het schrikbarende gevolg dat het hoofd van de romp van de bediende valt en op het dienblad terecht komt.") en de gecombineerde routine (onbetwist wereldwijd) toe, “(…) het totaalbeeld van de routine wordt bepaald door een eigen verhaal van de maker en daarmee van creatieve keuzes die leiden tot het persoonlijk stempel van die maker. (…) Voorshands oordelend maakt Klok c.s. inbreuk op het auteursrecht van Van Herck door de routine op exact dezelfde wijze uit te voeren.” “De keuze voor de combinatie en het tot één lopende routine te maken is een creatieve keuze op zichzelf.” De vorderingen gebaseerd op slaafse nabootsing en op het auteursrecht, de knowhow beschermign en de bruikleenovereenkomst m.b.t. het kostuum worden afgewezen.

Hand through body. 4.4. De routine van de ‘hand through body’, zoals (onbestreden) bedacht door Van Herck vormt voorshands oordelend geen auteursrechtelijk beschermd werk. De voorzieningenrechter stelt vast dat Siegfried en Roy, Meister der Illusion (productie 1 van Klok c.s.) reeds in 1988 uitvoering gaven aan de ‘hand through body’ illusie in een meesterbediende formatie. (..)

Head drop: 4.6. Dat de routine van de ‘head drop’ enkel zou bestaan uit banale of triviale onderdelen, zoals Klok c.s. heeft aangevoerd, is voorshands niet aannemelijk geworden. Getuige de door Klok c.s. overgelegde fragmenten van uitvoeringen van de ‘head drop’ bestaan er vele manieren om de ‘head drop’ uit te voeren. Van Herck heeft specifiek gekozen voor het gegeven dat de illusie door twee personen gezamenlijk wordt uitgevoerd, een meester en een bediende. In de als productie 2 overgelegde routines wordt de ‘head drop’ telkens uitgevoerd door één illusionist. Daarnaast heeft Van Herck de keuze gemaakt voor een schouderklop van de meester die het vallen van het hoofd lijkt te veroorzaken. Ook heeft Van Herck gekozen voor het effect dat het hoofd met de kin op het dienblad lijkt te vallen in plaats van in het luchtledige, de schrikreactie van de meester gevolgd door het al dan niet uitspuwen van de slok water en het specifieke samenspel van de meester en de bediende. Hoewel deze elementen wellicht ieder voor zich al bekend waren respectievelijk enigszins triviaal overkomen, is voorshands voldoende aannemelijk dat het totaalbeeld van de routine wordt bepaald door een eigen verhaal van de maker en daarmee van creatieve keuzes die leiden tot het persoonlijk stempel van die maker. De routine van de ‘head drop’ komt derhalve voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.

4.7. Voorshands oordelend maakt Klok c.s. inbreuk op het auteursrecht van Van Herck door de routine op exact dezelfde wijze uit te voeren. Klok c.s. maakt in zijn shows eveneens gebruik van een meester-bediende formatie, een dienblad en een glas water, een schouderklop die het vallen van het hoofd veroorzaakt en een schrikreactie van de meester. Door niet altijd de slok water uit te spuwen, zoals tijdens de show in Roermond in augustus 2011 en in het Japanse televisiefragment uit september 2011, wordt naar voorlopig oordeel onvoldoende afstand gecreëerd ten opzichte van de routine van Van Herck. De act in zijn geheel is nagenoeg identiek. Met name het feit dat het samenspel tussen de meester en de bediende, welke kenmerkend is voor de routine van Van Herck, op dezelfde wijze is vormgegeven, maakt dat de totaalindruk van de routines dezelfde is, hetgeen overigens door Klok c.s. niet is betwist. De vordering met betrekking tot het auteursrecht op de ‘head drop’ routine zal derhalve worden toegewezen zoals in het dictum verwoord.

Auteursrecht gecombineerde routine: 4.8. Gelet op de auteursrechtelijke bescherming van de routine van de ‘head drop’, wordt de gecombineerde routine, waarbij deze volgend op de ‘hand through body’ in één verhaal wordt gepresenteerd weergegeven in 2.6, voorshands eveneens aangemerkt als een auteursrechtelijk beschermd werk. Van Herck heeft onbetwist gesteld dat hij de enige illusionist is die heeft bedacht om de twee illusies in één act aan het publiek te tonen. De keuze voor de combinatie en het tot één lopende routine te maken is een creatieve keuze op zichzelf, terwijl van de ‘head drop’ routine hiervoor reeds is aangenomen dat deze auteursrechtelijke bescherming toekomt. Van het geheel is bovendien niet bestreden dat het als zodanig een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Door het gebruik van de gecombineerde routine in zijn shows, welk gebruik Klok c.s. niet heeft bestreden, maakt Klok c.s. inbreuk op het auteursrecht van Van Herck ten aanzien van de gecombineerde routine. Ook de vordering met betrekking tot het inbreukverbod dat ziet op de gecombineerde routine is derhalve toewijsbaar.

Wereldwijd verbod: 4.14. De vorderingen voor zover gebaseerd op auteursrechtinbreuk ter zake de ‘head drop’ routine en de gecombineerde routine kunnen worden toegewezen, evenwel slechts jegens gedaagden sub 1, 3 en 4. Uit de betekende dagvaarding, waarin staat “(…) in Nederland, maar ook daarbuiten (…)” is op te maken dat het gevorderde auteursrechtverbod zich uitstrekt tot buiten de landsgrenzen van Nederland. Bij de akte van eiswijziging heeft Van Herck dit verduidelijkt door expliciet een wereldwijd verbod te vorderen. Gegeven de inbreuk naar (Nederlands) auteursrecht heeft Klok c.s. nagelaten gemotiveerd te betwisten – bijvoorbeeld door overlegging van opinies – dat de auteursrechtelijke bescherming van de ‘head drop’ routine c.q de gecombineerde routine eveneens in andere landen geldt en hij door gebruik daarvan inbreuk maakt. De vordering tot een wereldwijd verbod tot auteursrechtinbreuk komt daardoor voor toewijzing in aanmerking. De vordering gebaseerd op nakoming van de afspraak de ‘head drop’ routine niet in Europa uit te voeren kan eveneens jegens gedaagden sub 1, 3 en 4 worden toegewezen. De vorderingen gebaseerd op slaafse nabootsing, knowhow bescherming en bruikleen worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.