B9 10348. Rechtbank van koophandel te Gent, 29 september 2011, Koninklijke Van Kempen en Begeer B.V. tegen Allinox NV en (bij tussenkomst) BK Cookware B.V. (met dank aan Serge Flecijn, FlecijnLaw).
Merkenrecht. Nietigheidsactie na gentlemen's agreement. Eiseres Van Kempen en Begeer is houdster van de merken BK en Gero. Merken, voor keukengerei, die zijn overgedragen aan het tussenkomende BK Cookware , maar waarvan de overdracht niet is ingeschreven in het merkenregister. Inschrijving is echter geen voorwaarde voor de geldigheid van de overdracht en de vorderingen van Van Kempen en Begeer zijn dan ook niet-ontvankelijk. De vordering worden, kort gezegd, overgenomen door de Vrijwillig Tussenkomende Partij (VTP) BK Cookware.
De rechtbank verklaart de BEKA-merkinschrijvingen op naam van verweerster Allinox nietig en beveelt de doorhaling van de merken. Een eerder ‘gentlemen’s agreement’ uit 2004 tussen eiseres Van Kempen en Begeer en Allinox waarin het Allinox werd toegestaan het merk BEKA met kosksmuts te commercialiseren, gaf Allinox niet ook het recht de merken ook te registreren. Van een depot te kwader trouw is m.b.t. de twee in 2004 en 2005 door verweerster geregistreerde BEKA-merken is geen sprake, maar een derde registratie uit 2009 getuigt “beslist niet van goede trouw”, nu verweersters daarbij geen enkele rekening heeft gehouden met de merkrechten van eiseres en de discussies die daarover bestonden.
Alle drie de merken worden nietig verklaard, nu er voldoende overeenstemming en gelijkenis is tussen de betwiste merken en verwarringsgevaar aannemelijk is. “Er wordt aangenomen dat de dagdagelijkse consument die geïnteresseerd is in de aankoop van de genoemd voorwerpen, meer oor heeft voor het auditief merk BK/BEKA dan wel voor het woordmerk of het beeldmerk. (…) Ook het in 2009 gedeponeerde merk ‘Bekaline’ bevat de overwegend auditieve referentie naar de merken van de eiseres en is ook van aar om verwarring te stichten.”
Lees het vonnis hier.
