Een krantenkop mag uitgesproken en ongenuanceerd zijn

29-05-2012 Print this page

B9 11279. Vzr. Rechtbank Amsterdam, 24 mei 2012, KG ZA 12-482, Pretium telecom B.V. tegen De Volkskrant B.V. (met dank aan Christien Wildeman, Kennedy Van der Laan).

“Van een journalist kan niet worden verwacht dat hij zich een oordeel vormt over de houdbaarheid van vonnissen.”

Mediarecht.  ‘Het recht van De Volkskrant op vrijheid van meningsuiting prevaleert boven het recht van Pretium op bescherming van haar goede naam.’ Niet het eerste Pretium-vonnis en ook dat gegeven speelt mee.

De Volkskrant publiceert begin dit jaar een artikel over telecombedrijf Pretium met de titel “De klachtenstroom over Pretium houdt maar aan.” Voorafgaand aan publicatie heeft de auteur het concept aan Pretium voorgelegd, maar die heeft aangegeven geen behoefte te hebben om mee te werken. Enige tijd na publicatie publiceert De Volkskrant een rectificatie om een aantal onjuistheden in het vonnis recht te zetten. In het onderhavige kort geding  stelt Pretium dat het artikel onrechtmatig is jegens haar, zowel op het punt van de tot stand komen en op het punt van de inhoud en vordert  dat het artikel wordt verwijderd en dat een door Pretium overgelegde rectificatietekst wordt gepubliceerd. De vorderingen worden afgewezen.

Over de totstandkoming oordeelt de voorzieningenrechter dat Pretium elk contact direct heeft afgekapt en De Volkskrant hoefde derhalve geen verdere pogingen meer te doen om Pretium gelegenheid te bieden tot het geven van een weerwoord. Een verplichting tot het voorleggen van de volledige tekst van het te plaatsen artikel of de belangrijkste elementen verhoudt zich daarnaast niet met de journalistieke vrijheid. 

Over de inhoud stelt de voorzieningenrechter onder andere met betrekking tot een uitzending van Radar over Pretium, waarop een gedeelte van het artikel is gebaseerd, dat “De Volkskrant mocht uitgaan van de thans (nog) geldende uitspraak (van het Hof Den Haag in kort geding) over de Radar uitzending, namelijk dat deze niet onrechtmatig jegens Pretium is. Van een journalist kan niet worden verwacht dat hij zich een oordeel vormt over de houdbaarheid van vonnissen. Daar ligt de grens aan de onderzoeksplicht van de journalist.” Andere inhoudelijke bezwaren zijn daarnaast met de al geplaatste rectificatie is al afdoende rechtgezet.

Voor wat betreft de kop 'De klachtenstroom over Pretium houdt maar aan', geldt dat uitgangspunt is dat het bijzondere, eigen karakter van een kop boven een krantenartikel meebrengt dat een kop uitgesproken en ongenuanceerd mag zijn. “Aan Pretium kan worden toegegeven dat tien klachten op een totaal aantal abonnees van bijna 200.000 abonnees op zich niet veel is, maar daar tegenover staat dat De Volkskrant onweersproken heeft gesteld dat het voor haar ongekend is dat bij haar binnen een week tien klachten over een onderneming binnenkomen. Onder deze omstandigheden heeft De Volkskrant door het gebruik van deze kop de grenzen van het toelaatbare niet overschreden.”  De stelling dat Pretium al jarenlang geregeld opduikt in consumentenrubrieken heeft De Volkskrant voldoende onderbouwd.

Over de klachten van gedupeerden oordeelt de voorzieningenrechter tenslotte dat “In dit geval geldt dat De Volkskrant niet beschikte over de klantdossiers van Pretium en dat Pretium ieder contact over het artikel heeft afgehouden. Vooralsnog is niet gebleken dat er andere onderzoeksmogelijkheden voorhanden waren. Daarbij komt dat de weergegeven klachten - zo blijkt uit de rechtspraak over Pretium- in lijn zijn met de klachten die vaker zijn geuit over de werkwijze van Pretium, zodat De Volkskrant geen reden had om te twijfelen aan de verhalen van de gedupeerden.”

Lees het vonnis hier.