Een pleitbaar en een onbetwist geval

13-12-2011 Print this page

B9 10542. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 december 2011, Nozzad (UK) Ltd. Tegen Alvern Media GmbH & Alvern Media B.V.

Octrooirecht. Modellenrecht. Geen wapperverbod m.b.t. octrooi reclamedragende displayhouder voor brandstofnavulpistolen. Wel (onbetwist) wapperverbod m.b.t. beneluxmodelrechten op met het octrooi overeenstemmende modellen.

Het geschil betreft  de vraag of Alvern c.s. (de Duitse GmbH en de Nederlandse B.V.)  onrechtmatig jegens het (Engelse) Nozzad heeft gehandeld door mededelingen aan (potentiële) afnemers van Nozzad te doen,  terwijl Nozzad’s displayhouder volgens de stellingen van Nozzad geen inbreuk maakt op het ocrooi en de modellen van Alvern. Nozzad heeft eerder oppositie ingesteld tegen het octrooi van Alvern. Bevoegdheid wordt aangenomen, o.a. omdat een door de Duitse Gmbh aan Shell Polen verstuurde brief de concurrentieverhoudingen op Nederlands grondgebied beweerdelijk beïnvloedt en het gestelde schadebrengende feit zich zo mede in Nederland heeft voorgedaan of kan voordoen.

Een wapperverbod m.b.t. het octrooi van Alvern GmbH wordt afgewezen. “Gelet op strikte eisen die daaraan in de rechtspraak worden gesteld, kan voorshands niet gezegd worden dat Alvern c.s. ten tijde van het ‘wapperen’ wist althans had behoren te weten dat een beroep op haar octrooi jegens de aangeschrevenen reeds niet zou slagen omdat zij van de beschermingsomvang van het beweerdelijk inbreukmakende product tijdens de oppositieprocedure uitdrukkelijk afstand had gedaan. Vooralsnog is immers niet aannemelijk geworden dat Alvern GmbH afstand heeft willen doen van een andere uitvoeringsvorm dan die waarbij een eerste gedeelte en een tweede gedeelte van een draaglichaam onder een hoek van 180° ten opzichte van elkaar staan.”(4.15)

4.16. Vervolgens is dan de vraag of Alvern c.s. anderszins wist althans had moeten begrijpen dat, naar Nozzad stelt, de displayhouder geen inbreuk maakt op EP 863. Dienaangaande overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Hoewel naar voorlopig oordeel van letterlijke inbreuk op het octrooi geen sprake is (…) kan voorshands niet gezegd worden dat Alvern c.s. ten tijde van de sommatie in redelijkheid niet heeft kunnen menen dat de displayhouder van Nozzad onder de beschermingsomvang van het octrooi zou vallen nu prima facie niet is uitgesloten dat de bodemrechter inbreuk in het equivalentiebereik zal aannemen; het gaat met andere woorden om een ‘pleitbaar geval’.

Het gevorderde wapperverbod m.b.t. de modelrechten van Alvern GmbH wordt wel toegewezen. De (omstandig gestelde) stellingen waarom Nozzads displayhouder géén inbreuk maakt zijn het geheel niet gemotiveerd weersproken door Alvern en “bij gebreke van enige betwisting ter zake dient bovendien te worden uitgegaan van de stelling dat Alvern B.V. ten tijde van de sommatie wist althans behoorde te weten dat de displayhouder van Nozzad niet onder de beschermingsomvang van de beide Beneluxmodellen viel, zodat zij ter zake tegen beter weten in heeft gesommeerd, hetgeen voorshands onrechtmatig wordt geoordeeld.”(4.19)

1019h proceskosten in de procedure Nozzad/Alvern GmbH: €23.565,50 voor eiser Nozzad. In de procedure Nozzad/Alvern B.V, worden de proceskosten gecompenseerd.

Lees het vonnis hier.