Een (re-actieve) reclame-uiting

25-11-2011 Print this page

B9 10464. Vzr. Rechtbank Maastricht, 25 november 2011, LJN: BU5864, Stichting Virtuele Trombosedienst tegen Stichting Trombosedienst Oostelijk Zuid-Limburg c.s.

Reclamerecht. Mailing van concurrerende trombosediensten. De Stichting Virtuele Trombosedienst (Zie ook Rb Arnhem 9 februari 2011) is een relatief nieuwe zorgaanbieder die onder de naam “De Nationale Trombose Dienst” (NTD) trombose zelfzorg aanbiedt aan trombosepatiënten. NTD in samenwerking met de Verenigde Apotheken Limburg (VAL) in Limburg een mailing verstuurd naar patiënten van bij VAL aangesloten apotheken. Als reactie op voornoemde mailing van NTD hebben de trombosediensten ook een mailing aan hun patiënten gestuurd. NTD stelt zich op het standpunt dat de mailing van de trombosediensten vergelijkende reclame bevat en in meerdere opzichten is aan te merken als onrechtmatig jegens NTD.

De vorderingen worden afgewezen. De mededelingen zijn, kort gezegd, niet ongeoorloofd  en gedaan mede in het belang van de patiënten, op één (mededeling) na. Rectificatie van die laatste mededeling is in de omstandigheden van het geval niet opportuun.

3.3. (…) Een (re-actieve) reclame-uiting die slechts bedoeld is om de eigen “klanten” ervan te weerhouden over te stappen naar een “concurrent” welke hen ongevraagd en indringend heeft benaderd over een zwaarwegend belang als de eigen gezondheid, onder het – op zo niet in de zin van art. 6:194a BW onrechtmatige dan toch ten minste discutabele wijze – schetsen van allerhande voordelen van overstap, moet uiteraard anders – milder – worden beoordeeld dan de (pro-actieve) reclame-uiting van die concurrent.

Kennelijk, en in het licht van voorgaande overweging begrijpelijk, hebben de trombosediensten zich mede in het belang van (een goede voorlichting aan en behandeling van) hun patiënten, welk belang zij zich – terecht – aantrekken, genoodzaakt gevoeld tot verzending van de gewraakte mailing om daarmee de bij hun patiënten veroorzaakte onduidelijkheid en ongerustheid naar aanleiding van de mailing van NTD weg te nemen. Dit neemt niet weg dat de trombosediensten hierbij de door artikel 6:194a BW gestelde grenzen in acht dienden te nemen. (…)

3.4.Mede in het licht van de onder 3.3 beschreven omstandigheden, alsmede gelet op de door beide partijen ter zitting gegeven uitleg, oordeelt de voorzieningenrechter de in de mailing van de trombosediensten gedane mededelingen niet ongeoorloofd, althans rectificatie niet opportuun.

Lees het vonnis hier