Een sfeer van verwijten

20-05-2011 Print this page

B9 9693. Rechtbank Amsterdam, 24 maart 2011, LJN: BQ5075, [A] stichting, [B] en Zarah B.V. tegen [C], Zist B., Expolin B.V. en EAS B.V.

Octrooirecht. Stukgelopen samenwerking. “Een sfeer van verwijten over en weer is ontstaan tussen de onderzoekers en de financiers” in een samenwerking die was opgezet om middels uit eerder onderzoek voortgevloeide octrooien nieuwe medische toepassingen te ontwikkelen voor de behandeling van een groot aantal (ernstige) ziekten. “The patents are the jewelry of the company,” aldus en van de betrokkenen en het geschil draait dan ook voor een groot deel om de octrooi(constructies). De echte octrooirechtelijke inbreukvorderingen worden echter afgewezen, omdat de vorderingen onbevoegd zijn ingesteld. "Het is aan het bestuur van Biotempt en niet aan [B] c.s. als aandeelhouder van Biotempt om dergelijke vorderingen in te stellen."

4.9.  de vorderingen onder 3.1.4.c. en 3.1.4.d. die neerkomen op een verbod aan EAS om inbreuk te maken op de aan Biotempt toebehorende patenten en om gebruik te maken van de aan Biotempt toebehorende technologie en know how

4.9.a.  [B] c.s. legt aan deze vorderingen het volgende ten grondslag. [C] heeft toegestaan dat EBI op basis van informatie van EAS met het radiatie octrooi en de uitvinding op het gebied van nierfalen (renal failure) aan de haal is gegaan, terwijl dit niet binnen de licentieovereenkomst valt. EAS en EBI maken met hun onderzoek en hun publiciteit op internet inbreuk op de door Biotempt gehouden octrooien. [C] dient als bestuurder van Biotempt op te treden tegen deze inbreuk. De op de octrooien inbreuk makende activiteiten van EBI op basis van informatie van EAS brengen schade toe aan Biotempt, zodat [B] c.s. als aandeelhouder van Biotempt belang heeft bij het gevorderde verbod.

4.9.b.  Het is aan het bestuur van Biotempt en niet aan [B] c.s. als aandeelhouder van Biotempt om dergelijke vorderingen in te stellen. Die vorderingen zullen daarom worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.