Een uitzonderlijke situatie

08-06-2011 Print this page

B9 9771. Rechtbank  Amsterdam,  8 juni 2011, HA ZA 10-3092, Simiramida -04 EOOD (S04) tegen Diageo Brands B.V. (met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh)

Merkenrecht. Parallelimport. De Bulgaarse eiser S04 vordert i.c. schadevergoeding van Diageo naar aanleiding van een door Diageo verloren Bulgaarse parallelimport-procedure en ‘oneigenlijke (onrechtmatige) dreigementen’, waardoor leveranciers en afnemers van S04 hun handelsrelatie met S04 zouden hebben gestaakt. 

De vorderingen worden afgewezen, waarbij de rechtbank Amsterdam expliciet ingaat tegen een ‘interpretatieve beslissing’ van de Bulgaarse Hoge Raad, nu deze naar mening van de rechtbank heeft “gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van de gemeenschapstrouw, hetgeen deel uitmaakt van de Nederlandse openbare orde.”

Aangezien het geschil “zodanig in het verlengde ligt van (de gestelde onrechtmatigheid van) de handhaving van de merkrechten van Diageo ” acht de rechtbank art. 1019h Rv wel van toepassing en veroordeelt S04  tot de “onder de gegeven omstandigheden passende vergoeding” van €40.000, -

De eerdere Bulgaarse zaak betrof  een douanebeslag op een partij Johnnie Walker Whisky die S04 vanuit Georgië in Bulgarije wilde importeren. De rechtbank Sofia wees de inbreukvorderingen van Diageo uiteindelijk af, waarbij ze zich beriep op een in dezelfde zaak door de Bulgaarse Hoge Raad afgegeven, opmerkelijke, ‘interpretatieve beslissing’:

2.10  (…)  De interpretatieve beslissing is door de Hoge Raad met meerderheid van stemmen aangenomen. De meerderheid van de raadsheren besliste dat de import van producten in Bulgarije die met toestemming van de merkhouder elders, te weten buiten de Europese Economische Ruimte (EER), in het verkeer zijn gebracht geen inbreuk op Bulgaarse merkrechten oplevert. Vijf raadsheren waren in een dissenting opinion van oordeel dat ingevolge de bepalingen van de Europese richtlijn betreffende de aanpassing van het merkenrecht (…) import van producten van buiten de Europese Unie (EU) of de EER als merkinbreuk moet worden gezien.”

In de onderhavige zaak stelt Diageo dat het vonnis van de rechtbank Sofia in strijd is met de openbare orde en dat de “Bulgaarse hoogste rechter een fundamenteel beginsel van Europees constitutioneel recht heeft geschonden.” “Dit ambtelijke verzuim levert strijd op met de Europese openbare orde die deel uitmaakt van de openbare orde in Nederland.”

De rechtbank Amsterdam volgt Diageo en gaat daarom voorbij aan het vonnis van de rechtbank Sofia. “Door desalniettemin geen prejudiciële vragen te stellen, is gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van de gemeenschapstrouw, hetgeen deel uitmaakt van de Nederlandse openbare orde.” De rechtbank oordeelt vervolgens zelf over de Bulgaarse casus en wijst de vorderingen van S04 af.

4.6 De rechtbank zal gelet op het voorgaande uitgaan van een importsituatie. Bij deze stand van zaken kan niet worden gezegd dat de door Diageo gelegde beslagen ongegrond en daarmee onrechtmatig zijn geweest, mede gelet op Europese rechtspraak waarin is geoordeeld dat de merkhouder zich kan verzetten tegen de eerste verhandeling in de EER van oorspronkelijke goederen van zijn merk zonder zijn toestemming (…) De vorderingen zullen daarom worden afgewezen (…)

Van onrechtmatige aanzeggingen aan handelsrelaties is naar mening van de rechtbank eveneens geen sprake.

Nu het geschil “zodanig in het verlengde ligt van (de gestelde onrechtmatigheid van) de handhaving van de merkrechten van Diageo” acht de rechtbank artikel 1019h Rv wel van toepassing en veroordeelt S04  tot de “onder de gegeven omstandigheden passende vergoeding” van €40.000, -

Lees het vonnis hier.