Een verplichting tot overleg

15-12-2011 Print this page

B9 10561. Gerechtshof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, 13 december 2011, LJN: BU8240, Food & Fun B.V. tegen Trebs B.V. & Nearbor Ltd. 

Merkenrecht. Auteursrecht. Samenwerkingsovereenkomst. ‘Veroordeling tot nakoming van de in de overeenkomst opgenomen verplichtingen door met inachtneming van goede trouw er aan mee te werken dat bespreking plaatsvindt.’

Hoger beroep in kort geding na ex parte. Eiser Food & Fun is houder van het beeldmerk ‘Food & Fun en het woordmerk ‘Pizzarette’ en verhandelt onder dat laatste merk haar pizzaovens voor thuisgebruik. In een eerdere ex parte procedure is het gedaagde Trebs op verzoek van eiseres verboden nog langer inbreuk te maken op het auteursrecht van eiseres en diende zij de verhandeling van haar Comfortcook Pizzaoven te staken. Partijen hebben vervolgens een samenwerkingsovereenkomst besloten.

Die samenwerkingsovereenkomst is het onderwerp van het onderhavige kort geding. Eiser stelt dat gedaagden een verplichting tot levering aan bepaalde partijen hebben en dat gedaagden bovendien inbreuk maken op haar merkrechten en  voornemens zijn nagebootste verpakkingen op de markt te brengen. De Rechtbank Zwolle (zie B9 10325) wees de vorderingen van Food & Fun eerder af. In hoger beroep verwerpt het hof vrijwel alle grieven. Alleen grief V (de vordering tot het hervatten van het overleg) slaagt deels:  

25.  Met de voorzieningenrechter is het hof voorshands van oordeel dat de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de verkoop van Pizzarettes aan Broszio en Trade2Go tegen een vooraf vastgestelde prijs, afgewezen dient te worden, omdat die zich niet verdraagt met de hiervoor gegeven uitleg van de artikelen 2.1 en 2.3 van de samenwerkingsovereenkomst.

26.  Het belang van [geïntimeerde 2] dat hij in dienst zal treden bij Trebs als International Sales Director, zoals overeengekomen in artikel 1.2 van de samenwerkingsovereenkomst, is op zichzelf voldoende om een vordering tot nakoming te rechtvaardigen. Dit geldt naar het voorlopig oordeel van het hof ook voor de verplichting van partijen om in samenspraak afspraken met elkaar te maken over de distributie (artikel 2.3) en de marketing van de productlijn (artikel 3.1 tot en met 3.5). De omstandigheid dat partijen nog verdeeld zijn over de concrete resultaten waartoe de in de samenwerkingsovereenkomst vervatte afspraken moeten leiden, sluit niet uit dat zij tegenover elkaar verplicht zijn, met inachtneming van de eisen van de goede trouw, ertoe mee te werken dat deze afspraken in overeenstemming met wat reeds is overeengekomen tot volkomenheid worden gebracht. Ook sluit deze omstandigheid niet uit dat de nakoming van deze verplichting door een met bedreiging van een dwangsom versterkte veroordeling in rechte kan worden afgedwongen. Nu Trebs c.s. op dit punt geen verweer heeft gevoerd zal het hof de vordering tot het hervatten van het overleg als hierna geformuleerd toewijzen. In zoverre slaagt de grief.

Lees het arrest hier.