Enige verhoging van de economische waarde

29-08-2011 Print this page

B9 10066. Rechtbank Zwolle, sector kanton, LJN: BR6104, 16 maart 2011 (publicatie heden), Eiser (Volkskrant) tegen Gedaagde.

Auteursrecht. Cozzmoss-achtig vonnis over het herpubliceren van artikelen van anderen op eigen website en de daardoor geleden schade. In casu wordt inbreuk op het auteursrecht van Volkskrant door de onrechtmatige doorpublicatie van krantenartikelen op bedrijfswebsite van gedaagde aangenomen. “De schade van de krant wordt vastgesteld op de hoogte van de economische waarde, die gedaagde verschuldigd zou zijn geweest indien zij voorafgaand aan de plaatsing toestemming had gevraagd.

Daarnaast is enige verhoging van die economische waarde gerechtvaardigd ter compensatie van de uitgeholde exclusiviteit van het werk en om tegen te gaan dat derden zonder voorafgaande toestemming artikelen worden geplaatst. Eisende partij heeft de werkelijke proceskosten ex artikel 1019 h Rv gevorderd. Gelet echter op de omvang en de complexiteit van de zaak verzet de redelijkheid zich naar het oordeel van de kantonrechter tegen volledige toewijzing van de gevorderde kostenveroordeling.” (rechtspraak.nl)

6. (…) Het is in voldoende mate aannemelijk dat de Volkskrant door het inbreukmakende gebruik van haar artikelen schade lijdt. Dat is voor de geschreven pers niet anders dan voor beeld- of geluidsrechthebbenden. De schade van de Volkskrant wordt vastgesteld op de hoogte van de economische waarde, die gedaagde partij verschuldigd zou zijn geweest indien zij voorafgaand aan de plaatsing toestemming had gevraagd. Volgens [eisende partij] is dit bedrag € 188,64 exclusief BTW. Daarnaast is enige verhoging van die economische waarde gerechtvaardigd ter compensatie van de uitgeholde exclusiviteit van het werk en om tegen te gaan dat derden zonder voorafgaande toestemming artikelen worden geplaatst. In hoofdsom is dan ook in redelijkheid € 285,- inclusief BTW als redelijke vergoeding toewijsbaar. In de verhoging van de economische waarde dient een voldoende vergoeding te worden geacht te zijn opgenomen voor de door [eisende partij] verrichte administratie.

8. [eisende partij] heeft nog gevorderd dat gedaagde partij wordt veroordeeld iedere inbreuk op de auteursrechten van de Volkskrant te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom van € 1.000,-. gedaagde partij heeft ter comparitie verklaard dat het artikel niet meer op haar website staat. [eisende partij] heeft dit niet weersproken. Niet gesteld of gebleken is voorts dat gedaagde partij in de toekomst opnieuw inbreuk zal gaan maken op het auteursrecht van de Volkskrant. Bij gebrek aan voldoende belang zal dit deel van de vordering worden afgewezen.

9. [eisende partij] heeft de veroordeling van gedaagde partij in de werkelijke proceskosten gevorderd. Nu deze procedure betrekking heeft op de handhaving van auteursrechten is artikel 1019h Rv van toepassing. Gelet echter op de omvang en de complexiteit van de zaak verzet de redelijkheid zich naar het oordeel van de kantonrechter tegen volledige toewijzing van de gevorderde kostenveroordeling. De kantonrechter zal gedaagde partij dan ook als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij op de voet van artikel 1019h Rv veroordelen tot betaling van € 750,- aan advocaatkosten.

Lees het vonnis hier