Filmauteur in dezin van deze bepaling

06-09-2011 Print this page

B9 10093. HvJ EU, 6 september 2011, conclusie A-G Trstenjak in zaak C‑277/10, Martin Luksan tegen Petrus van der Let (prejudiciële vragen Handelsgericht Wenen).

Auteursrecht. Conclusie A-G. Drie vragen en vier suggesties voor antwoorden over de rechten van de filmauteur en de filmproducent(Beschermingstermijnrichtlijn, Satelliet‑ en kabelrichtlijn & Auteursrechtrichtlijn).

1) De hoofdregisseur is filmauteur in en de uitsluitende exploitatierechten van reproductie, uitzending via satelliet en andere mededeling aan het publiek door middel van beschikbaarstelling aan het publiek komen dus in beginsel aan hem toe.

2) De lidstaten zijn ingevolge de Berner Conventie echter bevoegd een regeling vast te stellen volgens welke deze uitsluitende exploitatierechten oorspronkelijk ontstaan bij de filmproducent, voor zover:

–  tussen de hoofdregisseur en de filmauteur een overeenkomst is gesloten, waarbij de hoofdregisseur zich ertoe verbindt als regisseur op te treden;
–  afwijkende overeenkomsten waarbij de hoofdregisseur zich de uitsluitende exploitatierechten dan wel de uitoefening van die rechten voorbehoudt, mogelijk zijn;
–  de lidstaten verzekeren dat de filmauteur in dat geval een billijke vergoeding in de zin van artikel 17, lid 1, tweede volzin, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ontvangt.

3) Wanneer de lidstaten voorzien in een beperking van het reproductierecht van de filmauteur ten behoeve van de reproductie voor privégebruik, moeten zij waarborgen dat de filmauteur een billijke compensatie ontvangt. Voor zover dit is gewaarborgd, staan die bepalingen niet in de weg aan een nationale regeling volgens welke het recht op vergoeding wegens reproductie voor privégebruik oorspronkelijk bij de filmproducent ontstaat.

4) Een nationale regeling waarbij het recht van de filmauteur op een passende vergoeding voor de helft wordt toegekend aan de filmauteur en voor de helft aan de filmproducent, zodat de filmauteur slechts de helft van de voor de beperking van zijn auteursrecht passende vergoeding ontvangt is niet verenigbaar met de Auteursrechtrichtlijn.

Lees de conclusie hier.