Gebruiksmogelijkheden die niet begrensd zijn in de tijd

24-02-2012 Print this page

B9 10836. Rechtbank Arnhem , Sector kanton, 21 november 2011 LJN: BV6788, Fotograaf tegen gedaagde.

Auteursrecht. Inmiddels al een volwaardig jurisprudentie-subgenre; kantonzaken overname beeld- en tekstmateriaal op (kleine) websites.  De inbreuk, d.m.v. het ‘gebruik op een internetsite zonder voorafgaande toestemming van auteursrechtelijk beschermde foto’s gemaakt door een professionele fotograaf’ wordt niet betwist en De discussie gaat ook (hier weer) over de hoogte van de schadevergoeding.  ‘Deze moet worden geschat nu de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld.’

Bij de afweging speelt mee dat het oudere foto’s betreft: “Daarmee mag aangenomen worden dat deze foto’s inmiddels opbrengst hebben kunnen opleveren en dat de opbrengst van toekomstig gebruik beperkt zal zijn.” De duur van het gebruik is daarnaast geen relevant criterium nu plaatsing op een website een veelheid aan (her-)gebruiksmogelijkheden oplevert die niet begrensd is in de tijd.” De kantonrechter acht een bedrag van € 100,00 per foto een deugdelijke vergoeding voor het gebruik, maar verhoogt het bedrag met de factor 1 ½, omdat  ‘het niet aantrekkelijk gemaakt moet worden voor gebruikers van auteursrechtelijk beschermd werk om de inbreuk te herstellen door achteraf alsnog te betalen en dan niet slechter af te zijn dan als zij tevoren toestemming zouden hebben gevraagd.’ De proceskosten worden gecompenseerd nu eiser slechts deels in het gelijk is gesteld en ‘een regeling in der minne in de rede zou kunnen hebben gelegen’.

4.8.  Waar sprake is van gebruik van de foto’s op een internetsite is de duur van het gebruik geen goede aanknopingsfactor. Immers een enkele plaatsing leidt tot veelheid aan raadplegingmogelijkheden en zelfs indien de websitemaker de betreffende foto’s verwijdert, blijven er tal van mogelijkheden om de foto’s opnieuw op te vragen. Gesteld noch gebleken is dat de eerste plaatsing op internet afkomstig is van [gedaagde partij] terwijl de foto’s via verschillende ingangen, waarvan gesteld noch gebleken is dat die herleid kunnen worden tot [gedaagde partij], op het internet te vinden zijn. [gedaagde partij] heeft voorts onbetwist gesteld dat zij zodra zij kennis kreeg van de aanspraken van [eisende partij], de door haar geplaatste foto’s van [eisende partij] van haar website heeft afgehaald.

De kantonrechter kent voorts betekenis toe aan het feit dat geen sprake is van recent werk. Van foto 1 (Foto 1 - C-1653-7 Luchtfoto “Riverparc bouwrijp maken”) staat vast dat deze reeds uit 1993 dateert. Foto 4 (C2465 Dorp Giesbeek met Hewi terrein) dateert uit 1977. Daarmee mag aangenomen worden dat deze foto’s inmiddels opbrengst hebben kunnen opleveren en dat de opbrengst van toekomstig gebruik beperkt zal zijn. Om die reden acht de kantonrechter een bedrag van € 100,00 per foto een deugdelijke vergoeding voor het gebruik, waarbij de duur van het gebruik verder buiten beschouwing blijft.

4.9.  De kantonrechter is wel gevoelig voor het argument dat het niet aantrekkelijk gemaakt moet worden voor gebruikers van auteursrechtelijk beschermd werk om de inbreuk te herstellen door achteraf alsnog te betalen en dan niet slechter af te zijn dan als zij tevoren toestemming zouden hebben gevraagd. Een dergelijk gebruik van zijn werk levert de auteursrechthebbende immers ook schade op. Dat geldt ook voor het weglaten van de naamsvermelding. Om die reden ziet de kantonrechter aanleiding om de totale schade, inclusief de hiervoor vastgestelde deugdelijke vergoeding voor het gebruik, vast te stellen op € 750,00 voor de drie foto’s. [eisende partij] heeft gevorderd dat bedrag “voor zover van toepassing te vermeerderen met btw”. [gedaagde partij] heeft daartegen geen bezwaar gemaakt zodat de vordering aldus zal worden toegewezen.

4.12.  In de uitkomst van de procedure, waarbij [eisende partij] slechts deels in het gelijk wordt gesteld en waarbij de uitkomst zodanig is dat gelet op de voorstellen die zijn gedaan van de zijde van [gedaagde partij], een regeling in der minne in de rede zou kunnen hebben gelegen in welk geval deze procedure overbodig zou zijn geweest, ziet de kantonrechter aanleiding om de kosten te compenseren, in de zin dat partijen ieder de eigen kosten dragen.

Lees het vonnis hier.