Geen bewijs van gebruik voor het merk Pippi

21-04-2015 Print this page
B913715

Theo Visser (Novagraaf):  "Voor de rechtbank in Düsseldorf speelde een zaak over een carnavalskostuum dat werd aangeboden onder de merknaam Püppi, en waarvan het design veel gelijkenis vertoonde met de typerende kleding van Pippi Langkous, de beroemde creatie van Astrid Lindgren. De houder van het merkrecht Pippi, geregistreerd voor kleding en merchandise artikelen, had de rechtszaak aangespannen omdat de kans op verwarring tussen beide merken groot zou zijn en er daardoor schade zou kunnen ontstaan.

De verdedigende partij stelde dat Püppi (poepie) een koosnaampje is voor kleine meisjes en dat het een gewoon carnavalskostuum voor meisjes betreft, dat verder niets met Pippi Langkous te maken heeft. [...]

Geen inhoudelijke beoordeling
Voordat de rechter toekwam aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak, bleek dat de houder van de registratie van het merk Pippi niet kon aantonen dat hij het merk de afgelopen vijf jaar in het economisch verkeer “normaal” had gebruikt voor kledingstukken.

De merkhouder van Pippi kon slechts aantonen dat een licentienemer, die ook voor merkgebruik namens de merkhouder kan zorgdragen, t-shirts verkocht met een ingenaaid etiket met de naam Langstrumpf en een gestileerd meisjeshoofd met twee horizontale vlechten en sproeten. De rechter was van mening dat deze combinatie (de naam Langstrumpf in combinatie met het gestileerde meisjeshoofd) als één merk moest worden gezien en dat het feitelijk gebruik hiervan niet kan worden gezien als rechtinstandhoudend gebruik van het woordmerk Pippi. Oftewel: het merkrecht is vervallen en daarom kan er niet opgetreden worden tegen derden met gelijkende merken."

Lees hier meer.