Geen gebruik gemaakt van de meegenomen bescheiden

18-01-2012 Print this page

B9 10664. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 17 januari 2012, LJN: BV1072  & BV1068, Hoogendonk B.V. tegen Dutch Spiral B.V. c.s.

Twee arresten in hetzelfde geschil tussen dezelfde partijen. Afgifte gegevensdragers en gesteld onrechtmatig handelen door gebruik van meegenomen bescheiden door ex-werknemers. Gestelde inbreuk auteursrecht (geschriftenbescherming). Het hof oordeelt m.b.t. tot de afgifte dat Hoogendonk niet tijdig in hoger beroep is gekomen en derhalve niet ontvankelijk is in haar beroep. M.b.t. het onrechtmatige gebruik van de gegevens en de auteursrechtinbreuk oordeelt het hof dat niet is komen vast te staan dat de ex-werknemers de meegenomen gegevens van Hoogendonk hebben gebruikt, waardoor Hoogendoorn ook geen belang meer heeft bij haar beroep op het auteursrecht. Procesrecht: Stukken overgelegd in een verwante zaak maken niet automatisch deel uit van de gedingstukken in deze zaak, 1019h proceskosten zijn ook van toepassing in een in op IE-recht gegronde 843a procedure en het indicatietarief geldt slechts voor de eerste aanleg.

Kort samengevat stelt Hoogendonk dat voormalig werknemers van haar bij hun vertrek tekeningen, documenten, tabellijsten en/of bestanden hebben meegenomen, aan de hand waarvan Dutch Spiral c.s. in staat is de zogenoemde “Hoogendonk-spiraal” op de markt te brengen. Hoogendonk heeft onder meer ex art. 843a ten laste van Dutch Spiral c.s. conservatoir beslag tot afgifte gelegd op genoemde gegevensdragers. Zij wilde daarmee bewijzen dat Dutch Spiral c.s. onrechtmatig hebben gehandeld door gebruik te maken die gegevensdragers.

In de eerste zaak heeft de rechtbank in haar eindvonnis Dutch Spiral c.s. veroordeeld tot afgifte aan Hoogendonk van kopieën van de gegevensdragers, c.q. bescheiden. In de tweede zaak heeft de rechtbank in haar eindvonnis de vorderingen van Hoogendonk afgewezen op de grond dat Hoogendonk niet heeft bewezen dat Dutch Spiral c.s. gebruik hebben gemaakt van door ex-werknemers van Hoogendonk meegenomen gegevensdragers. Daarnaast heeft zij overwogen dat Hoogendonk haar beroep op het auteursrecht niet voldoende heeft onderbouwd.

Ingediende processtukken: Met betrekking tot de inhoudelijk gelijkluidende memorie van grieven in de beide procedures oordeelt het hof i.c. dat “ hoewel het indienen van een inhoudelijk gelijkluidende memorie van grieven in de beide procedures, die weliswaar grotendeels op hetzelfde feitencomplex berusten, maar niettemin elk een andere inzet hebben, de duidelijkheid niet ten goede komt, brengt dat niet mee dat Hoogendonk niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in beide beroepen.”

Maar: “Hoewel de beide procedures deels tussen dezelfde partijen worden gevoerd, is sprake van twee afzonderlijke gedingen met elk hun eigen inzet. Dat betekent dat conclusies en akten die zijn genomen en producties die zijn overgelegd in de ene zaak, niet van rechtswege gelden als genomen, respectievelijk overgelegd in de andere zaak.”

Afgifte gegevens (ontvankelijkheid): Bij het vonnis van 7 juni 2006 heeft de rechtbank Dutch Spiral c.s. veroordeeld tot afgifte aan Hoogendonk van kopieën van de door de deskundige in zijn rapport genoemde bestanden, c.q. gegevensdragers, c.q. bescheiden. Dit vonnis was is zoverre een eindvonnis, waartegen Hoogendonk binnen drie maanden (derhalve uiterlijk op 7 september 2006) in hoger beroep had moeten komen. Nu zij dat heeft nagelaten, heeft dat vonnis en hebben ook de daaraan voorafgaande vonnissen in zoverre gezag van gewijsde gekregen en is Hoogendonk niet-ontvankelijk in haar beroep.

Gebruik gegevens: 14. Dutch Spiral c.s. hebben ook bij memorie van antwoord uitvoerig gemotiveerd weersproken dat de bij hen in beslag genomen stukken van de voormalig werknemers van Hoogendonk zijn verkregen. Zij hebben terzake reeds bij conclusie van antwoord aangevoerd dat de betrokken stukken hen door (voormalige) afnemers van Hoogendonk ter beschikking zijn gesteld, met het oog op (bij voorbeeld) vervanging van onderdelen of reparatiewerkzaamheden. Zij wijzen er voorts op dat voor een aantal bestanden geldt dat deze dateren van na het ontslag van de betreffende ex-werknemers. Met betrekking tot de onder d. genoemde stukken hebben Dutch Spiral c.s. bij memorie van antwoord herhaald dat zij ook deze stukken wel degelijk van voormalige klanten van Hoogendonk ter beschikking heeft gekregen. Ook de onder e. vermelde stelling hebben Dutch Spiral c.s. gemotiveerd betwist. Overigens blijkt uit een door Hoogendonk zelf overgelegde verklaring (productie 1 bij memorie van grieven) dat (bedienings- en onderhouds-) documentatie door Hoogendonk wel degelijk ook in digitale vorm aan haar afnemers geleverd wordt. Ten aanzien van de onder f. vermelde stelling hebben Dutch Spiral c.s. benadrukt dat ook deze documentatie hen wel degelijk door de betreffende afnemers ter beschikking is gesteld. Hoogendonk heeft geen op voormelde stellingen toegesneden bewijsaanbod gedaan. Met name heeft zij niet aangeboden (door middel van getuigen) te bewijzen dat de stukken waarvan Dutch Spiral c.s. stellen deze van voormalige klanten van Hoogendonk te hebben gekregen niet van deze zijn verkregen, danwel dat Dutch Spiral c.s. die stukken daadwerkelijk van [A], [B] en [C] hebben verkregen.

15. Tegen de onder b. vermelde stelling hebben Dutch Spiral c.s. (in de onderhavige procedure) geen verweer gevoerd. De omstandigheid dat Dutch Spiral c.s. voor hun administratie een vergelijkbare nummering hanteren als Hoogendonk leidt echter op zichzelf niet tot de conclusie dat Dutch Spiral c.s. gebruik hebben gemaakt van hen, door voormalig werknemers ter beschikking gestelde, door deze van Hoogendonk meegenomen stukken. Dat laatste volgt evenmin uit het vertrek van deze werknemers en de daarop volgende oprichting van het met Hoogendonk concurrerende bedrijf Dutch Spiral, zoals Hoogendonk in de inleiding op haar grieven stelt. In dat verband is van belang dat Dutch Spiral c.s. onweersproken hebben gesteld dat de betreffende werknemers ieder afzonderlijk en op verschillende tijdstippen ontslag hebben genomen en eerst bij diverse andere bedrijven hebben gewerkt, alvorens zij ieder afzonderlijk bij Dutch Spiral in dienst zijn getreden. Evenmin volgt de juistheid van de door Hoogendonk te bewijzen stelling uit het door haar gestelde feit dat de kans dat een derde uit eigen initiatief tot (de vervaardiging van asloze spiralen met) maatvoeringen komt zoals die bij Hoogendonk worden gemaakt, statistisch nihil is. Ook indien dit juist zou zijn, volgt daaruit immers nog niet dat [A], [B] en [C] Dutch Spiral c.s. (op onrechtmatige wijze) van de daarvoor benodigde gegevens hebben voorzien.

Auteursrecht (geschriftenbescherming): 18.  (…) Aan die grief legt Hoogendonk ten grondslag dat technische ontwerpen en handleidingen vatbaar zijn voor een beperkte auteursrechtelijke bescherming als “andere geschriften”, als bedoeld in artikel 10 lid 1 sub 1 van de Auteurswet 1912 (Aw.), te weten geschriften zonder eigen of oorspronkelijk karakter (zie ook de memorie van grieven onder 14). Daaruit volgt volgens Hoogendonk dat deze geschriften niet door (ex-)werknemers mogen worden meegenomen en/of gebruikt. Het hof leidt hieruit af dat Hoogendonk haar in eerste aanleg betrokken stelling, dat zij (ook) aanspraak kan maken op auteursrechtelijke bescherming terzake van de schroeftransporteur, de asloze spiraal en de machine waarmee deze vervaardigd wordt, heeft laten varen, althans in zoverre geen bezwaar heeft tegen het in grief 4 bestreden oordeel. De omstandigheid dat zij in haar memorie van antwoord in het incidenteel beroep alsnog verwijst naar haar auteursrecht op bedoeld materieel, maakt dat niet anders.

19.  Hoogendonk heeft geen grief gericht tegen de door de rechtbank in rov. 3.2 van haar eindvonnis vastgestelde grondslag van de (op onrechtmatige daad en inbreuk op auteursrecht gebaseerde) vorderingen van Hoogendonk, te weten de feitelijke stelling dat Dutch Spiral c.s. gebruik hebben gemaakt van de door ex-werknemers van Hoogendonk meegenomen gegevensdragers. In haar grief 4 stelt zij dienovereenkomstig dat het (aan de regeling inzake “andere geschriften” ontleende) auteursrecht ertoe leidt dat de betreffende geschriften niet door (ex-) werknemers mogen worden meegenomen en/of gebruikt. Nu het hof in het kader van de beoordeling van grief 1 tot het oordeel is gekomen dat niet is komen vast te staan dat bedoelde ex-werknemers gegevens van Hoogendonk hebben meegenomen, heeft Hoogendonk geen belang meer bij haar beroep op het auteursrecht.

20.  Voor zover dat al anders zou zijn geldt bovendien dat Hoogendonk, in het licht van de gemotiveerde betwisting op dat punt door Dutch Spiral c.s., niet heeft aangetoond dat Dutch Spiral c.s. zich hebben schuldig gemaakt aan een rechtens relevante ontlening aan de betreffende geschriften.

1019H Proceskosten: Hoogendonk heeft aangevoerd dat de hoogte van de kosten buitensporig en oncontroleerbaar is en toepassing van het indicatietarief bepleit. Dat tarief geldt echter slechts voor de eerste aanleg, waarop, zoals is overwogen, artikel 1019h Rv. niet van toepassing is. Nu de inleidende dagvaarding is uitgebracht voor de implementatiedatum van de Handhavingsrichtlijn, kunnen Dutch Spiral c.s. wat betreft de eerste aanleg derhalve geen aanspraak maken op volledige vergoeding van hun kosten.

Artikel 1019h Rv. kan wel toepassing vinden op de kosten van het hoger beroep, nu de appeldagvaarding is uitgebracht op 21 december 2007. “In zijn arrest van 29 maart 2011, LJN BP9443, heeft het hof overwogen dat artikel 1019h Rv. alleen van toepassing is in procedures waarin een (dreigende) inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht aan de orde is. Het hof is van oordeel dat dat ook het geval is wanneer op grond van artikel 843a Rv. afgifte van bescheiden wordt gevorderd waarmee degene die deze vordering instelt wil bewijzen dat sprake is van zodanige inbreuk. De door Dutch Spiral c.s. gevorderde vergoeding is derhalve in beginsel toewijsbaar.”

Voor zover de vorderingen van Hoogendonk zijn gebaseerd op auteursrechtinbreuk kan in de tweede procedure door Dutch Spiral aanspraak worden gemaakt op vergoeding van de volledige proceskosten. Voor zover zij zijn gebaseerd op onrechtmatige daad evenwel niet.

Lees de arresten hier en hier.