Geen inbreuk of dreigende inbreuk

11-01-2012 Print this page

B9 10645. Rechtbank Rotterdam, 21 december 2011, HA ZA 09-2719, Vosta B.V. c.s. tegen Holland Marine Technologies B.V. (met dank aan Sjo Anne Hoogcarspel & Sven Klos, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Geschriftenbescherming. Databankenrecht. Eiseres Vosta stelt dat gedaagden tijdens hun dienstverband bij Vosta gegevens hebben gekopieerd en (kort gezegd) meegenomen en legt conservatoir bewijsbeslag ex art. 1019 b Rv. onder gedaagden. ‘Gedaagden hebben deze handelingen op zichzelf  niet bestreden’, maar betwisten wel dat het zou gaan om auteursrechtelijk beschermd werk. Ook van geschriftenbescherming of databankenrecht zou geen sprake zijn. De rechtbank volgt het verweer in zoverre dat zij oordeelt dat de voor het beslag vereiste inbreuk of dreigende inbreuk op een bij eiseres berustend recht van intellectuele eigendom onvoldoende aannemelijk is gemaakt. De gelegde bewijsbeslagen worden derhalve opgeheven.

2.6./2.7. (…) Aan dit oordeel doet niet af dat gedaagden nauwelijks inhoudelijke informatie hebben gegeven over deze bestanden, omdat het vooreerst op de weg van Vosta lag om aannemelijk te maken dat er sprake was van (dreigende) inbreuk op een auteursrecht. (…) Anders dan Vosta stelt, is niet aannemelijk te achten dat talrijke gekopieerde /verzonden bestanden door (een van de) gedaagden zijn verspreid naar derden (…) Niet blijkt dat dergelijke bestanden  zijn terechtgekomen bij De Wit of op het kantoor van Holland MT Groep.

2.9. Voor de zogenaamd geschriftenbescherming (…) is vereist dat de betreffende geschriften (…) zijn openbaar gemaakt of bestemd zijn om te worden openbaar gemaakt (…). Aan dit vereiste is niet voldaan.

2.10. (…) Dat in de hier bedoelde zin een substantiële investering is gedaan, is niet gebleken en kan in dit stadium van de procedure niet worden aangenomen, zodat geen sprake is van één of meer beschermde databanken.

Lees het vonnis hier.