Geen medegebruik

06-06-2011 Print this page

B9 9756. Vzr. Rechtbank Zutphen,1 juni 2011, KG ZA 11-143, Copla Consultants B.V. c.s. tegen Copla Holding B.V. c.s. (met dank aan Marieke Coumans & Elise Menkhorst , De Gier | Stam & Advocaten)

Handelsnaamrecht.  Merkenrecht. Stukgelopen samenwerking. Gedaagde heeft zijn aandelen m.b.t. Copla-ondernemingen (veiligheidstrainingen) overgedragen en maakt naar mening van eisers nu inbreuk op het handelsnaam- en merkrecht van eisers. De rechtbank vat de feiten zelf heel kort samen: “Duidelijk is dat beide partijen zich bedienen van de aanduiding ‘Copla’.”

Van medegebruik is naar oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake en de vorderingen van eisers worden toegewezen: inbreukverbod m.b.t. de handelsnaam en het merk Copla en overdracht om niet van de domeinnaam copla.nl. “Uit de feiten en omstandigheden wordt voldoende aannemelijk dat het de bedoeling van partijen was om bij de overdracht van de aandelen in Copla Opleiding & Training - in 2003 - tevens het gebruik van de handelsnaam Copla over te dragen, althans dat Copla daar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen.”

5.3. Duidelijk is dat beide partijen zich bedienen van de aanduiding ‘Copla’. Verder is onbetwist gebleven dat de bedrijfsactiviteiten van partijen raakvlakken vertonen - beide partijen houden zich bezig met het geven van veiligheidstrainingen – en dat de ondernemingen van partijen zich op geringe afstand van elkaar bevinden. Derhalve is voorshands voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van verwarringsgevaar. Dat verwarring tussen de beide ondernemingen reeds heeft plaatsgevonden blijkt wel uit (…) dat zelfs de advocaat van Copla Holding zich gemeld heeft op het adres van Copla. De stelling van Copla Holding dat zij beschikt over een ouder recht is onvoldoende aannemelijk geworden. (…) Voorts acht de voorzieningenrechter onvoldoende aannemelijk dat Copla Holding op basis van de samenwerkingsovereenkomst (nog) recht heeft op medegebruik van de aanduiding Copla omdat deze samenwerkingsovereenkomst nog steeds geldig zou zijn. Uit de feiten en omstandigheden wordt voldoende aannemelijk dat het de bedoeling van partijen was om bij de overdracht van de aandelen in Copla Opleiding & Training - in 2003 - tevens het gebruik van de handelsnaam Copla over te dragen, althans dat Copla daar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen. Bovendien staat als onweersproken vast, zoals hiervoor is geoordeeld, dat Copla Holding  A. enkel op grond van expliciete toestemming van Copla werd toegestaan om nog op persoonlijke titel examens te blijven ontwikkelen. Dit wijst er op  dat partijen  er vanuit gingen dat dergelijke bedrijfsactiviteiten feitelijk aan Copla toe vielen. Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter vim oordeel dal voldoende aannemelijk is geworden dat de bodemrechter - later oordelend - tot de conclusie zal komen dat Copla Holding door gebruik te maken van de aanduiding Copla inbreuk maakt op de handelsnaam van Copla. Hieruit volgt reeds dat Copla voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening.

5.4. (…) Hiervoor is al overwogen dat Copla Holding geen recht heeft op medegebruik van de aanduiding Copla en inbreuk maakt op de handelsnaam. Hieruit vloeit voort dat het gebruik van het logo met het woord Copla en de twee blauwe strepen door Copla Holding in strijd is met de registratie van het woordmerk Copla als Beneluxmerk. Dat tegen deze registratie nog bezwaar open staat maakt dat niet anders.

Lees het vonnis hier.