Geen merken die bij elkaar horen

15-05-2012 Print this page

B9 11224. Gerecht EU, 15 mei 2012, zaak T-280/11, Ewald tegen OHMI - Kin Cosmetics (Keen).

 

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. de oudere nationale en communautaire woord- en beeldmerken KIN, KinBooKs, KINWORKS en KINSTYLIUM voor klasse 3, 5, 35 en 44 tegen de inschrijving van het gemeenschapswoordmerk Keen voor klasse 3 en 44 (cosmetica). Het OHIM besliste eerder dat er sprake was van verwarringsgevaar tussen de conflicterende merken en wees de oppositie toe. 

Het Gerecht volgt het OHIM en stelt dat er i.c. inderdaad sprake is van verwarringsgevaar, onder meer omdat de begin-en eind letters overeenstemmen, de merken beide actief zijn op dezelfde markt en de conflicterende merken auditief dezelfde klank hebben. Het eventuele gegeven dat de consument hoofdzakelijk let op het visuele aspect van de merken i.c. verandert niets aan de overeenstemmende totaalindruk van de conflicterende merken.

 

Ten slotte is - om het onderscheidend vermogen te beoordelen - het enkele naast elkaar plaatsen van de letters van een merk niet genoeg om haar in het geheel te beschouwen als een uitneembaar deel van dat merk. Het is het Gerecht daarom ook niet duidelijk waarom een consument volgens Ewald, als hij zich zich geconfronteerd ziet met de KINETIX- merken, kinki, Kinesia en KINEXIUM ervan uit zal gaan dat dit merken zijn die bij elkaar horen, omdat men wanneer het laatste deel van het merk word weggelaten er een en hetzelfde merk over blijft. 

Lees het arrest hier (nog niet in het Nederlands gepubliceerd).