Geen toevlucht tot waarschijnlijkheden of vermoedens

15-09-2011 Print this page

B9 10130. Gerecht EU,  15 september 2011, zaken T-427/09 & T-434/09, Centrotherm Clean Solutions tegen OHIM / Centrotherm Systemtechnik en Centrotherm Systemtechnik tegen OHIM / Centrotherm Clean Solutions.

Merkenrecht. Twee overeenstemmende zaken. T-427/09: beroep tegen gedeeltelijk vervallenverklaring wegens non-usus van het gemeenschapswoordmerk CENTROTHERM (Centrotherm Systemtechnik), met het oogmerk tot een volledige vervallenverklaring en (omgekeerde partijen) T-434/09: beroep tegen gedeeltelijke vervallenverklaring van het gemeenschapswoordmerk CENTROTHERM, met het oogmerk tot het ongedaan maken van de gedeeltelijke vervallenverklaring.

Het Gerecht vernietigt de beslissing van het OHIM enconcludeert dat het merk wel degelijk geheel vervallen verklaard dient te worden, nu de kamer van beroep van het OHIM ten onrechte heeft geoordeeld dat er afdoende bewijs was van het normaal gebruik van het merk CENTROTHERM. “Uit een globale beoordeling van de gegeven  [facturen en foto’s] kan dus niet – zonder tot waarschijnlijkheden of vermoedens een toevlucht te nemen – worden afgeleid dat het litigieuze merk in het relevante tijdvak normaal is gebruikt voor de waren die in punt 11 hierboven zijn vermeld.”

46. De wijze waarop en de middelen waarmee het normaal gebruik van een merk wordt bewezen, zijn namelijk niet onbeperkt. Dat het Gerecht heeft vastgesteld dat het normaal gebruik in casu niet is bewezen, is niet te wijten aan buitensporige bewijsvereisten, maar aan het feit dat interveniënte ervoor heeft gekozen om de bewijsvoorlegging te beperken (zie punt 8 hierboven). De nietigheidsafdeling heeft foto’s van lagere kwaliteit ontvangen van voorwerpen waarvan de artikelnummers niet overeenstemmen met de artikelen die volgens de weinige voorgelegde facturen zijn verkocht. Bovendien hebben die facturen op een korte periode betrekking en vermelden zij verkopen van geringe waarde vergeleken met hetgeen interveniënte beweert te hebben gerealiseerd. Ook heeft interveniënte ter terechtzitting bevestigd dat er geen rechtstreeks verband bestond tussen de facturen en de foto’s die zij bij het BHIM had ingediend.

Lees de arresten hier en hier