Geen voortzetting van het familiebedrijf

10-05-2012 Print this page

B9 11208. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, KG ZA 12-340, Van Dongen tegen Soonius c.s.

Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Eiser Van Dongen heeft na het faillissement zeven Soonius-vennootschappen overgenomen, inclusief goodwill, klantgegevens, domeinnamen en handelsnaam- en merkenrechten (o.a. het Benelux-woordmerk Soonius). Een deel van het personeel mee en de oud eigenaren van Soonius, K en R traden in dienst bij Van Dongen. Anderhalf jaar na de overname, zegt R. Soonius zijn arbeidsovereenkomst op, vrijwel direct gevolgd door 21 werknemers van Van Dongen. R. Soonius was in diezelfde periode aandeelhouder en bestuurder van medegedaagde Soonius Logistics BV en heeft zijn aandelen later overg gedragen aan over aan derden.

De voorzieningenrechter volgt eiser Van Dongen in de stelling dat gedaagden inbreuk maken op het handelsnaamrecht en het merkrecht Van Dongen m.b.t. ‘Soonius’. De voorzieningenrechter gaat daarbij uit van een geldige levering van de overname van de zeven Soonius-vennootsschappen. De door Soonius Logistics BV gevoerde handelsnaam wijkt in slechts geringe mate af van de handelsnaam die door Van Dongen al langer en rechtmatig wordt gevoerd. De thans gevoerde ondernemingen zijn van gelijke aard en geografisch richten zij zich op dezelfde gebieden, waardoor voor het publiek verwarring te duchten is. Met betrekking tot het merkenrecht oordeelt de voorzieningenrechter dat er sprake is van gebruik van een overeenstemmend teken voor dezelfde of soortgelijke diensten.

De verwarring is gegeven nu de nieuwe vervoersonderneming wordt gepresenteerd als een voortzetting van het gefailleerde Soonius. Dit gebruik maakt inbreuk op het merk SOONIUS van Van Dongen. Het verweer van Soonius c.s. dat het gebruik van het teken Soonius gerechtvaardigd wordt door het gegeven dat er veel meer bedrijven zouden zijn met het woordelement Soonius in de handelsnaam, zoals Soonius Management of Soonius Vrijetijdskleding wordt door de voorzieningenrechter gepasseerd. De door Soonius gegeven voorbeelden betreffen geen gebruik als merk en veelal ook geen gebruik als handelsnaam.

Tevens handelen Soonius c.s. volgens de voorzieningenrechter in strijd met het relatiebeding waaruit volgt dat geen zakelijke contacten mogen worden aangegaan met relaties van de werkgever, i.c. Van Dongen. Soonius c.s. worden als de in het ongelijk gestelde partijen veroordeeld in de kosten van het geding (de helft van de gevorderde 1019h IE-proceskosten, vermeederd met de helft van het liquidatietarief).


Lees het vonnis hier.