Gerecht EU 13 juni: 5 opposities

14-06-2012 Print this page

B9 11330. 1- Gerecht EU 13 juni 2012, zaak T-342/10, Hartmann / OHIM - Mölnlycke Health Care (MESILETTE).

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. ouder Duits en Int. woordmerk MEDINETTE tegen de inschrijving van het gemeenschapswoordmerk MESILETTE (kleding). Het OHIM wees de oppositie eerder af, het Gerecht vernietigt die beslissing.

38/41: It follows that, taken as a whole, the signs at issue have an average degree of similarity. In the light of the above considerations, the Board of Appeal wrongly found that the earlier marks MEDINETTE and the mark applied for MESILETTE are ‘dissimilar overall’, as OHIM admits. However, it is apparent from the contested decision that it was, in particular, on the basis of the overall dissimilarity of the signs at issue that the Board of Appeal found that there was no likelihood of confusion. That finding of the Board of Appeal was therefore based on an incorrect assessment of one of the factors to be taken into account.

Lees het arrest hier.

2- Gerecht EU 13 juni 2012, zaken T-534/10 en T-535/10, Organismos Kypriakis Galaktokomikis Viomichanias / OHIM - Garmo (HELLIM).

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. ouder collectief woordmerk HALLOUMI (voor kaas) tegen de inschrijving van het gemeenschapswoordmerk HELLIM (klasse 29 ) resp. het gemeenschapsbeeldmerk met de woordelementen ‘GAZI Hellim’. Het OHIM wees de opposities eerder af.  Het Gerecht vernietigt de beslissing inzake Gaze Hellim, omdat het OHIM daar ten onrechte geen enkele overeenstemming tussen de merken had aangenomen. Met betrekking tot het woordmerk stelt het Gerecht dat het OHIM de oppositie wel terecht heeft afgewezen. Het oudere merk is beschrijvend en dat het collectieve merk niet enkel aangeeft dat de kaas afkomstig is van bepaalde bedrijven, maar ook en noodzakelijkerwijs dat deze kaas een geografische herkomst heeft, kan niet bijdragen aan het onderscheidend vermogen.

54/56. Gelet op het feit dat de conflicterende tekens fonetisch en visueel niet overeenstemmen en niettegenstaande de betrokken waren dezelfde of soortgelijk zijn, dient echter te worden vastgesteld dat bij het doelpubliek geen verwarringsgevaar kan bestaan, aangezien een begripsmatige overeenstemming van de betrokken tekens in het geval van een beschrijvend ouder merk niet volstaat om te concluderen dat verwarringsgevaar bestaat. Ofschoon de betrokken waren dezelfde of soortgelijk zijn, volstaat de loutere begripsmatige overeenstemming in casu niet om verwarringsgevaar te doen ontstaan daar het oudere merk geen bijzonder onderscheidend vermogen bezit en de betrokken waren beschrijft.

Lees de arresten hier en hier

1- Gerecht EU 13 juni 2012, zaak T-519/10, Seikoh Giken / OHIM - Seiko Holdings (SG SEIKOH GIKEN).

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. ouder gemeenschapswoordmerk SEIKO voor de klassen 1-42 tegen de inschrijving van het gemeenschapsbeeldmerk SG SEIKOH GIKEN (klassen 3, 7 en 9). Het OHIM wees de oppositie eerder toe, volgt die beslissing.

41/42. Contrary to the applicant’s submissions, the Board of Appeal did not find that there was a likelihood of confusion solely on the ground that the element ‘seiko’ is included in the mark applied for. The Board of Appeal took into account the identical nature of the goods, the average degree of attention of the relevant public, which will have only an imperfect recollection of the marks at issue, and the similarity, albeit weak, of the signs at issue. In the light of the foregoing, it must be concluded that the Board of Appeal did not err in finding that there was, in the present case, a likelihood of confusion.

Lees het arrest hier.

4- Gerecht EU 13 juni 2012, zaak T-542/10, XXXLutz Marken / OHMI - Meyer Manufacturing (CIRCON).

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. ouder woordmerk CIRCULON (klassen 11 en 21) tegen de aanvraag van het gemeenschapswoordmerk CIRCON. Het OHIM wees de oppositie toe voor ‘kookgerei’, maar het Gerecht vernietigt die beslissing, aangezien het OHIM zich bij de beoordeling van de gestelde bekendheid van het oudere merk slechts op een deel van het bewijs heeft gebaseerd.

99/100. Im vorliegenden Fall hat die Beschwerdekammer zwar zur Frage einer Bekanntheit der älteren Marke im Vereinigten Königreich Stellung genommen. Wie jedoch bereits festgestellt worden ist, war die Prüfung dieser Frage, die von der Beschwerdekammer vorgenommen wurde, nur auf einen Teil der relevanten Beweise gestützt und zudem mit einer Verletzung der Verteidigungsrechte der Klägerin behaftet. (…) Unter diesen Umständen ist die angefochtene Entscheidung aufzuheben, ohne dass es erforderlich wäre, die übrigen Rügen zu prüfen, mit denen die Klägerin die von der Beschwerdekammer getroffene Feststellung angreift, dass die ältere Marke im Vereinigten Königreich bekannt sei.

Lees het arrest hier.

5- Gerecht EU 13 juni 2012, zaak T-312/11, Süd-Chemie / OHIM - Byk-Cera (CERATIX).

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. ouder Duits woordmerk CERATOFIX (klasse 1) tegen de inschrijving van het gemeenschapswoordmerk CERATIX (chemicaliën). Het OHIM wees de oppositie eerder af, omdat normaal gebruik van het oudere merk niet was aangetoond. Het Gerecht volgt die beslissing. Alleen het gebruik van het merk bij, kort gezegd, gesprekken met potentiële klanten is onvoldoende.

48/ 49. Diese Broschüre enthält jedoch, wie das HABM zutreffend festgestellt hat, keine Angaben zur Vermarktung oder zum Verkauf von Produkten, sondern lediglich den Hinweis auf „aussichtsreiche Gespräche’ mit potenziellen Kunden, was in diesem Stadium lediglich eine Mutmaßung darstellt. Die Broschüre kann somit für sich allein nicht mit einer Werbekampagne gleichgesetzt werden, die eine unmittelbar bevorstehende Vermarktung spezifischer Erzeugnisse erkennen ließe. (…) die Beschwerdekammer hat zu Recht angenommen dass diese Erklärung allein die ernsthafte Benutzung der älteren Marke nicht beweisen kann.

Lees het arrest hier.