Gerecht EU 29 maart: 2 opposities en een weigering

29-03-2012 Print this page

B9 11022. Gerecht EU 29 maart, zaak T-417/09, Poslovni Sistem Mercator / OHIM - Mercator Multihull (MERCATOR STUDIOS).

Merkenrecht. EU-oppositie procedure op grond van ouder nationaal en internationaal beeldmerk MERCATOR. Het Gerecht volgt het oordeel van het OHIM "Accordingly, since one of the essential conditions for applying Article 8(1)(b) of Regulation No 207/2009, namely the identity or similarity of the services in question, has not been met, the Board of Appeal was right to conclude that there was no likelihood of confusion between the marks at issue. The applicant’s argument relating to the reputation of the earlier mark Mercator is not capable of undermining that conclusion. Although it is settled case-law that the more distinctive the earlier mark, the greater will be the likelihood of confusion (Case C‑251/95 SABEL [1997] ECR I‑6191, paragraph 24, and Case C‑39/97 Canon [1998] ECR I‑5507, paragraph 18), it should be emphasized that a likelihood of confusion presupposes that the goods and services at issue are identical or similar."

Lees het arrest hier.

 

 

B9 11023. Gerecht EU 29 maart, zaak T-547/10, Omya / OHIM - Alpha Calcit (CALCIMATT).
 
Merkenrecht. Beroep ingesteld door de aanvrager van het woordmerk "CALCIMATT" voor waren van de klassen 1 en 2, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 1370/20091 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 16 september 2010 houdende vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling tot afwijzing van de oppositie ingesteld door de houder van de gemeenschapswoordmerken "CALCILIT" en "CALCILAN", de internationale inschrijvingen "CALCIPLAST", "CALCILIT" en "CALCICELL" en de nationale woordmerken "CALCICELL" en "CALCIPLAST" voor waren van de klassen 1 en 19. Klacht wordt afgewezen. Geen schending van artikel 8, lid 1, sub b, van Verordening 207/20091, daar de conflicterende merken kunnen worden geacht dermate overeen te stemmen dat ze verward kunnen worden voor de betrokken waren.

Lees het arrest hier.

 

B9 11024. Gerecht EU 29 maart, zaak T-242/11, Kaltenbach & Voigt / OHIM (3D eXam).

Merkenrecht. Houder van het internationale beeldmerk (voor röntgenapparatuur tandheelkundige doeleinden) "3D eXam" eist vernietiging van beslissing R 2361/20102 van de tweede kamer van beroep van het BHIM van 1 maart 2011 waarbij is verworpen het beroep tegen de beslissing van de onderzoeker houdende weigering van de bescherming van het stelsel van het gemeenschapsmerk voor het beeldmerk dat de woordelementen „3D eXam” betreft, voor waren van klasse 10, na een aanvraag voor internationale inschrijving in de Europese Unie. Beroep wordt afgewezen. Geen schending in de zin van artikel 7 lid 1 sub b en c Verordening 207/2009 nu het merk te beschrijvend is en onvoldoende onderscheidend vermogen bezit.

Lees het arrest hier.