Gerecht EU: Drie opposities

15-03-2012 Print this page

B9 10946. Gerecht EU, 15 maart 2012, zaak T-379/08, Mustang tegen OHIM / Decathlon.

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. 'het uit de voorstelling van een witte golvende lijn tegen een zwarte achtergrond bestaande nationale en internationale beeldmerk’ (voor kleding) tegen de inschrijving  van een ‘voorstelling van een golvende lijn. Oppositie toegewezen. Ondanks het geringe onderscheidend vermogen van het oudere merk is verwarringsgevaar tussen de (meestentijds visueel waargenomen kledingmerken) niet uit te sluiten.

57. Diese Feststellung ist umso stichhaltiger, als, wie die Beschwerdekammer zu Recht festgestellt hat, die betroffenen Waren in der Weise vertrieben werden, dass die maßgeblichen Verkehrskreise die sie kennzeichnende Marke beim Kauf normalerweise visuell wahrnehmen. Dieser Umstand hat zur Folge, dass die Bedeutung der aufgezeigten durchschnittlichen visuellen Ähnlichkeit der einander gegenüberstehenden Marken noch verstärkt wird.

Lees het arrest hier.

Gerecht EU, 15 maart 2012, zaak, T-288/08, Cadila Healthcare  tegen OHIM / Novartis.

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. EU-woordmerk ZIMBUS (farmaceutische middelen) tegen de inschrijving van het woordmerk ZYDUS. Overeenstemmende merken voor  gedeeltelijke waren: oppositie gedeeltelijk toegewezen.

57. It follows from the foregoing that the marks at issue have a certain degree of visual similarity and, at least for part of the relevant public, a strong degree of phonetic similarity, and that they have no meaning conceptually. Consequently, they must be regarded as similar overall.

Lees het arrest hier.

Gerecht EU, 9 maart, zaak T-172/10, Colas tegen OHIM - García-Teresa Gárate.

Merkenrecht. EU-oppositieprocedure o.g.v. oudere (intern)nationale beeldmerken ‘die een ruit weergeven, deels in gele kleur en bevattende het woord COLAS tegen de inschrijving van het beeldmerk BASE-SEAL (chemische producten). Het OHIM weest de oppositie eerder af, omdat er geen enkele overeenstemming tussen de merken zou bestaan. Het Gerecht vernietigt die beslissing, omdat er wel een overeenstemmend element aan te wijzen is: de ruitvorm. Het OHIM had deze, geringe, overeenstemming moeten betrekken bij de beoordeling van de totaalindruk.

63. Au vu de l’existence d’un certain degré de similitude sur le plan visuel et sans qu’il soit besoin de se prononcer sur la comparaison conceptuelle et phonétique des marques en cause, il doit être conclu que c’est à tort que la chambre de recours a estimé, aux points 8 et 21 de la décision attaquée, que les marques en cause ne présentaient aucune similitude. En effet, selon la jurisprudence rappelée aux points 32, 43 et 44 ci-dessus, dès lors qu’il existait une similitude, fût-elle faible, sur l’un des plans entre les marques en conflit, la chambre de recours était tenue de procéder à l’appréciation globale du risque de confusion entre celles-ci (voir, en ce sens, arrêt Golden Eagle et Golden Eagle Deluxe, point 54 supra, point 74).

Lees het arrest hier