In geval niet wordt ontkracht dat

23-09-2011 Print this page

B9 10176. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 20 september 2011, LJN: BT2458, Markant International B.V. tegen Technische Handelsonderneming Europlex B.V.

Modellenrecht. Gemeenschapsmodel flatscreenarm. Vaststelling ontwerper en rechtmatig eigenaar van de modellen. Toelating tot het leveren van tegenbewijs, met alvast een uitgebreid oordeel voor het geval het tegenbewijs niet wordt geleverd. 

Europlex heeft sinds 2002 een flatscreenarm, de E-motion, geleverd aan Tradelink.  Tradelink heeft de arm op de markt gebracht onder de naam E motion. Tradelink heeft op 3 juli 2003 inschrijving als Gemeenschapsmodel aangevraagd van een vijftal varianten van het model van de arm. In 2007 is Tradelink failliet gegaan. De curator heeft de modelregistraties overgedragen aan de dochteronderneming van Markant, die de modellen vervolgens heeft overgedragen aan Markant. Europlex stelt echter ontwerper van de modellen te zijn en vordert een verklaring voor recht dat zij wordt erkend als rechtmatig houder van de modellen en een bevel aan Markant om medewerking te verlenen aan wijziging van de tenaamstelling in het register. Tradelink zou de modellen te kwader trouw op eigen naam hebben laten registreren en Markant zou hiervan  voorafgaand aan de overdracht op de hoogte zijn geweest. Ook zou Markant onrechtmatig hebben gehandeld door de modelrechten rechten al dan niet opzettelijk te laten verlopen.

De rechtbank heeft de vorderingen van Europlex in eerste instantie toegewezen. Het hof geeft aan het oordeel van de rechtbank te volgen, tenzij Markant tegenbewijs levert ‘tegen het voorshands bewezen geachte feit dat de eerste schetsen/ontwerptekeningen van de in het geding zijnde modellen flatscreenarmen door [de directeur van Europlex] zijn ontworpen.”

6.1  Voor het geval dat het hof daarna het tegenbewijs niet geleverd acht, en uitsluitend voor alsdan, overweegt het hof reeds thans het volgende in de overwegingen 6.1 t/m 9.4. In dat geval staat in dit geding vast dat de in geding zijnde modellen door Europlex zijn ontwikkeld en dat Tradelink niet uit hoofde van artikel 14 GmodV recht had op de in geding zijnde modelrechten.

(…) 6.4  In geval niet wordt ontkracht dat [directeur Europlex]/Europlex de ontwerper was, staat vast dat Tradelink ([directeur Tradelink]) niet de ontwerper is geweest en dat Tradelink dus inschrijvingen voor Gemeenschapsmodelrechten heeft laten doen terwijl zij wist dat deze rechten haar niet toekwamen. Aldus handelde Tradelink te kwade trouw, tenzij er feiten of omstandigheden ter rechtvaardiging van haar handelen zijn. (…)

(…) 8.2  Het hof laat thans in het midden of Markant opzettelijk dan wel per ongeluk de rechten heeft laten verlopen. Vast staat dat Markant laatstelijk de houder van de in geding zijnde modelrechten was. Artikel 12 GmodV bepaalt dat de houder van het recht de beschermingsduur telkens met een of meer tijdvakken van vijf jaar kan laten verlengen. In de GmodV is geen ander dan de houder aangewezen om de beschermingsduur te verlengen. Het lag daarom, zoals Markant moest weten, op de weg van Markant, niet van Europlex, om voor verlenging zorg te dragen. Aangezien Europlex een procedure tegen Markant voerde aangaande deze modelrechten, was Markant jegens Europlex verplicht om voor de verlenging zorg te dragen. Nu zij dit niet heeft gedaan, terwijl de procedure betreffende deze modelrechten nog gaande was, heeft Markant jegens Europlex onrechtmatig gehandeld. Indien zij de rechten niet opzettelijk heeft laten verlopen, heeft zij door nalatigheid gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Dat Europlex niet direct bij het verlopen van de registraties een actie uit onrechtmatige daad tegen Markant is gestart, staat niet aan de vordering in de weg, nu Europlex de vordering wel binnen de verjaringstermijn heeft ingesteld.

Lees het arrest hier. Verwante uitspraken hier.