Gevoegde wegen

09-08-2011 Print this page

B9 10014. NL Octrooicentrum, 7 februari 2011, Nietigheidsadvies inzake NL octrooi 1031606, afgegeven na verzoek van de Staat der Nederlanden (met dank aan Michiel de Baat, Arnold + Siedsma).

Nietigheidsadvies NL Octrooicentrum. In het algemeen lenen adviezen ex artikel 84 ROW zich niet voor bespreking op B9, maar een uitzondering op die regel is voor deze keer wel gepast.

In dit nietigheidsadvies (op verzoek van de Staat der Nederlanden) van het NL Octrooicentrum inzake NL 1031606 (voor een in de wegenbouw te gebruiken  ‘voegconstructie’) worden namelijk een aantal principiële noten gekraakt. Allereerst blijkt uit overweging 5.1 dat het NL Octrooicentrum onafhankelijk advies uitbrengt omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 75 lid 1 ROW genoemde nietigheidsgronden. Daarbij acht zij zich niet gebonden aan de uitkomsten van een eerder onderzoek aan, of eerdere beoordeling van, de conclusies van een internationale of Europese aanvrage. Interessant is voorts dat het NL Octrooicentrum in haar adviezen zegt geen oordeel te geven over de tijdigheid of openbare toegankelijkheid van aangehaalde documenten (zie overweging 5.2). Toch oordeelt zij ten aanzien van het aangehaalde document E3 dat er geen reden is om te twijfelen aan de tijdigheid en openbare toegankelijkheid van dat document. Dus toch een oordeel?

De vraag laat zich dan ook stellen: wanneer geeft het NL Octrooicentrum nu wel een oordeel over de tijdigheid en openbare toegankelijkheid van documenten en wanneer niet? Het lijkt erop alsof het NL octrooicentrum alleen in de gevallen waarin uit het document zelf de datum en de publieke toegankelijkheid valt op te maken zij een oordeel hierover zal vellen. In alle andere gevallen – dus de gevallen waarin het niet duidelijk uit de aangehaalde documenten valt op te maken of het stand van de techniek is of niet – laat zij de tijdigheid en de openbare toegankelijkheid in het midden en richt zij zich alleen op de technische inhoud ervan. Tot slot is de moeite waard om vast te stellen dat het NL Octrooicentrum er blijk van geeft bij de beoordeling van een maatregel in de conclusie kennis te nemen van de beschrijving van het octrooi (zie blz. 20 onder (v)).

Lees het advies hier.