Gezondheidsclaims: niet gehandhaafde overtredingen zijn ook misleidend

01-05-2012 Print this page

B9 11163. CvB, 19 april 2012, Stichting Nederland Bakkerij Centrum (NBC) in opdracht van de brancheorganisaties NBOV en de NVB tegen Bloem Natuurproducten Winschoten B.V. (met dank aan Samantha Brinkhuis & Marjolein Bronneman, De Brauw Blackstone Westbroek).

Reclamerecht. Gezondheidsclaims. Het College van Beroep bevestigt het eerdere oordeel van de RCC (B9 10849) m.b.t. de ontoelaatbaarheid van verschillende uitlatingen betreffende Slankbrood (‘Slankbrood’, ‘Eet je slank met Slankbrood" en "Slankbrood versnelt vetafbraak). De RCC oordeelde eerder dat de klacht van het NBC tegen voornoemde gezondheidsclaims gegrond is, omdat sprake is van strijd met de Verordening (EG) Nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (de Claimsverordening) en van misleiding van de consument.

Het College stelt in haar uitspraak voorop dat de gezondheidsclaims van Bloem in strijd zijn met de Claimsverordening, omdat de voedingsstoffen in het product Slankbrood niet specifiek voor afslanken en/of een versnelde vetafbraak op de Europese artikel 13-lijst staan. Bovendien, zo oordeelt het College, zijn de claims niet als vergelijkbaar aan artikel 13-lijst claims te beschouwen, zodat het beroep door Bloem op de overgangsregeling niet kan slagen.

Het College bevestigt dat gezondheidsclaims die niet op de artikel 13-lijst staan, verboden zijn. Het College onderschrijft  (eigenlijk ten overvloede, maar toch relevant omdat de nVVW op dit moment niet handhaaft ten aanzien van onterechte gezondheidsclaims) ook dat de uitingen misleidend zijn, aangezien de beweerdelijke afslankende en versneld vetafbrekende werking van het product onvoldoende aannemelijk is.

"5.5 Naar het oordeel van het College is ten aanzien van geen van de door Bloem genoemde nutriënten gebleken dat deze specifiek voor afslanken of versnelde vetafbraak op de artikel 13-lijst staan. (…)

5.6 Voor zover Bloem stelt dat bij de onderhavige claims sprake is van "similar health claims" respectievelijk "voorbeeldbewoordingen", verwerpt het College deze stelling. De gebruikte claims wijken dusdanig af van de hiervoor genoemde vermeldingen, dat zij niet vergelijkbaar aan bedoelde artikel 13-lijst claims zijn te beschouwen. Nu Slankbrood aldus geen nutriënten bevat die op de artikel-13 lijst staan wegens een geclaimde afslankende/versneld vetafbrekende werking, is niet voldaan aan de voorwaarde als bedoeld in artikel 3 lid 1 aanhef en sub a RVV. De Commissie heeft derhalve terecht geoordeeld dat de gewraakte afslankclaims in strijd met dit artikel zijn. Tevens heeft de Commissie terecht geoordeeld dat Bloem door het voorgaande heeft gehandeld in strijd met artikel 10 lid 1 van de Claimsverordening. Ingevolge laatstgenoemd artikel zijn – voor zover hier relevant – gezondheidsclaims die niet op de artikel 13 lijst staan verboden. Het beroep van Bloem op de overgangsregeling van artikel 28 lid 5 Claimsverordening doet daar niet aan af, reeds omdat de overgangsregeling niet van toepassing is op claims die niet op de artikel 13 lijst staan.

5.7. Op grond van het voorgaande is het Bloem niet toegestaan in reclame-uitingen te claimen dat het enkele eten van Slakbrood het gevolg heeft dat men daardoor slanker wordt. Daarmee is de vraag of de uitingen tevens misleidend zijn in beginsel niet meer relevant. Nu evenwel ook in beroep vaststaat dat de nVVW op dit moment niet handhaaft ten aanzien van onterechte gezondheidsclaims, en de commissie hierin terecht aanleiding heeft gezien geen aanbeveling op dit punt uit te spreken, dient alsnog te worden beoordeeld of de reclame-uitingen misleideind zijn wegens het gebruik van de gewraakte claims met betrekking toto het afslankend en versneld vetafbrekend effect van Slankbrood.

5.8 Het college onderschrijft het oordeel van de Commissie dat Bloem deze werking niet aannemelijk heeft gemaakt.  Naast het feit dat de artikel-13 lijst en de daarmee verband houdende scientific opinions van de EFSA op grond van het voorgaande geen rechtvaardiging kunnen bieden voor het gebruik van de gewraakte claims, heeft Bloem naar het oordeel van het College de gestelde werking ook overigens onvoldoende onderbouwd. (…)”

Lees de uitspraak hier.