Het aanbiedingsbegrip nader verkend

29-10-2011 Print this page

B9 10347. Charlotte de Boer &Wim Maas, Deterink: Het aanbiedingsbegrip nader verkend . Kort commentaar bij Vzr. Rb. Den Haag 4 oktober 2011,  B9 10221 (PTC S.A./Ape Holland B.V.).

“In een recent kort geding voor de Haagse rechtbank werd door de beweerde inbreukmaker een verweer gevoerd dat wij in de praktijk regelmatig tegenkomen. Dat verweer houdt in dat de beweerde inbreukmaker geen handelingen zou hebben verricht die moeten worden aangemerkt als ‘aanbieden’. Deze handeling is in het merken-, model- en octrooirecht één van de exclusief aan de rechthebbende voorbehouden handelingen.

Vaak is het verweer gebaseerd op het feit dat er geen prijs is vermeld bij de ‘aanbieding’ of dat het niet mogelijk zou zijn het product te bestellen via hetzelfde kanaal (advertentie, website, catalogus etc.) als waarin de ‘aanbieding’ is gedaan. Dit verweer is in wezen een pleidooi om het ‘aanbiedingsbegrip’ beperkt uit te leggen door aan te sluiten bij het verbintenisrechtelijke aanbiedingsbegrip uit het Burgerlijk Wetboek (BW). In deze bijdrage zullen wij betogen dat een dergelijke beperkte uitleg van het begrip “aanbieden” als in art. 2.20 lid 2 sub b BVIE/art. 3.16 lid 2 BVIE/ art 53 lid 1 ROW onjuist is.”

Lees het gehele artikel hier.