Het beheer van mijn patrimonium

13-06-2011 Print this page

B9 9788. Vz. Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen, 7 juni 2011, 11-496-C, Claus en Kristel tegen Veerle de Wit & Uitgeverij De Bezige Bij B.V.  (met dank aan Christian Dekoninck, Crowell & Moring)

Auteursrecht. Conflict tussen de zonen en wettige erfgenamen van Hugo Claus en de Weduwe Claus over de postume publicatie van 'De Wolken', een verzameling van geschriften van Hugo Claus. De vorderingen tegen de weduwe Claus en De Bezige Bij worden afgewezen,  aangezien Hugo Claus zijn weduwe heeft aangewezen als beheerder van zijn nalatenschap. De vraag bij wie de auteursrechten liggen en hoe dat in relatie staat tot het beheer komt verder niet ter sprake. Curieus detail:  de achternaam van de rechter in casus is eveneens Claus.

Blijkens de uitspraak vloeit het onderhavige geschil rechtstreeks voort uit de betwisting van de nalatenschap ("tot de belangrijke twistpunten tussen partijen behoren de intellectuele rechten onder welke vorm dan ook, die inherent zijn aan het oeuvre van de heer Hugo Claus voornoemd, onder welke vorm dan ook (…). 

De vorderingen van eisers betreffen dan ook dat gedaagden “ in  afwachting van een beslechting ten gronde door de instrumenterende notaris met betrekking tot de rechten van iedere partij in de literaire nalatenschap van wijlen de heer Claus met onmiddellijke ingang alle nodige initiatieven te nemen ten einde de verdere verkoop en verspreiding van het boek (...) te blokkeren en uit de handel te nemen” en “(...) om welke inhoud dan ook van het boek te verspreiden en bekend te maken aan het publiek (…)

De vorderingen van eisers worden afgewezen, aangezien door de weduwe Claus “een stuk wordt overgelegd met de volgende tekst: "Hierbij verklaar ik, Hugo Claus, dat na mijn overlijden het beheer van mijn patrimonium moet gebeuren door mijn vrouw, Veerle De Wit, zoals zij dit ook tijdens mijn leven reeds deed." (...) “Dat hieruit prima facie kan opgemaakt worden dat het de wil was van de heer Hugo Claus dat eerste verwerende partij het beheer van zijn patrimonium zou waarnemen zoals zij dit deed tijdens zijn leven.” 

“Wij, C. Claus (...) (...) Verklaren de vordering van eerste en tweede eisende partij ten aanzien van eerste en tweede verwerende partij ontvankelijk doch ongegrond.”

Beroep is inmiddels aangetekend.

Lees het vonnis hier.