Het beleid van de kranten is veranderd

07-03-2012 Print this page

B9 10902. Rechtbank Dordrecht, 7 maart 2012, LJN: BV7786, Cozzmoss B.V. tegen Belangen Vereniging Funderings Problematiek. (met gelijktijdige dank aan Sigfrid van den Berg en Bart Priem, Lawton Advocaten).

"Zij heeft er verschillende keren op gewezen dat het destijds vanzelfsprekend was dat herpublicatie mocht, maar dat kranten inmiddels strenger zijn geworden. (...) Cozzmoss heeft dat niet betwist."

Auteursrecht. Eindvonnis na B9 9958. Cozzmoss vordert namen de Volkskrant, Trouw, NRC en SDU schadevergoeding wegens overname van krantenartikelen uit 2002 op de website van gedaagde, BVFP (belangenvereniging van eigenaren van woningen met funderingsproblemen). De rechtbank gaf BVFP in het tussenvonnis een bewijsopdracht in verband met verweer dat toestemming zou zijn verleend en oordeelt i.c, bij gebrek aan overtuigend tegenbewijs van de kranten, dat van (mondelinge) toestemming inderdaad sprake zal zijn geweest. De vorderingen van Cozzmoss worden derhalve afgewezen. 1019h proceskosten Cozzmoss: € 18.238, 98 (afwijking indicatietarief wegens extra proceshandelingen). In citaten:

2.9.  Cozzmoss heeft hier schriftelijke verklaringen uit 2011 van Trouw, NRC, Volkskrant en Cobouw tegenover gesteld. In die (korte en in identieke bewoordingen opgestelde) verklaringen staat dat de betreffende krant “nimmer (mondeling) toestemming heeft verleend” aan BVFP voor het plaatsen van artikelen op haar website. Deze verklaringen zijn echter onvoldoende om het door BVFP geleverde bewijs te ontkrachten, gezien het navolgende.

2.10/2.11.  Er kan niet van worden uit gegaan dat degenen die deze verklaringen hebben ondertekend de redacteuren waren die in 2002 de toestemming gegeven of geweigerd zouden kunnen hebben. (…) Uit de verklaringen blijkt niet hoe de ondertekenaars – die zelf dus niet bij de gestelde toestemmingsverlening betrokken waren - aan de in de verklaringen opgenomen wetenschap zijn gekomen, en of zij dit hebben getoetst bij de redacteuren van destijds. Nu de ondertekenaars niet als getuigen naar voren zijn gebracht heeft de rechtbank hen daar ook niet naar kunnen vragen. Deze verklaringen wegen daarom onvoldoende op tegen het door BVFP aangedragen bewijs. Zulks temeer nu BVFP heeft aangevoerd dat het beleid van de kranten is veranderd. Zij heeft er verschillende keren op gewezen dat het destijds vanzelfsprekend was dat herpublicatie mocht, maar dat kranten inmiddels strenger zijn geworden. Dit is aangevoerd tijdens de comparitie na antwoord, in de nadere verklaring van [getuige 2] en is tevens aan de orde gekomen tijdens het verhoor van [betrokkene 3] en bij conclusie na enquete van BVFP (alinea 18). Cozzmoss heeft dat niet betwist. Daarom staat tussen partijen vast dat de kranten sinds 2002 strenger zijn geworden als het gaat om het verlenen van toestemming voor herpublicatie van artikelen. Dit brengt met zich dat toestemming in 2002 wellicht gemakkelijker werd verleend dan heden ten dage.

2.12.  Nu BVFP in het bewijs is geslaagd worden de vorderingen van Cozzmoss afgewezen.

2.13.  Cozzmoss zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Toepassing van artikel 1019h Rv is uitdrukkelijk door BVFP gevorderd. Haar uiteindelijke opgave (conclusie na enquete) bedraagt € 18.238, 98 aan volledige proceskosten. Blijkens de overgelegde specificatie is de component honorarium €13.521,67.
 
(…)

2.15.  Het door BVFP gevorderde bedrag wordt toegewezen. Weliswaar kan deze zaak inhoudelijk gezien niet als een ingewikkelde worden aangemerkt, maar de extra proceshandelingen (extra schriftelijke ronde en getuigenverhoor) rechtvaardigen een afwijking van het indicatietarief van € 8.000,=, zoals Cozzmoss zelf ook naar voren heeft gebracht. Cozzmoss heeft ook geen verweer gevoerd tegen de verhoogde opgave van BVFP.

Lees het vonnis hier of hier. Processtukken hier.