Het dienstbaarheidverbod

14-11-2011 Print this page

B9 10414. Kamerstukken Tweede Kamer. Mediarecht. Reclamerecht. Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Van Miltenburg (VVD) over de kinderprogrammering bij de publieke omroep, in het bijzonder de TROS (ingezonden 11 oktober 2011, kenmerk 2011Z19876).

Vraag 2: Waarom is Sesamstraattandpasta wel toegestaan en zijn Sprookjesboomboekjes dat niet? Klopt het dat merchandising in sommige gevallen wel is toegestaan en in andere gevallen niet? Kunt u aangeven welke regels er gelden voor de publieke omroep? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: (…) Merchandise hoeft geen belemmering te zijn bij de aankoop van kinderprogrammering, als de keuze voor aankoop en uitzending maar het resultaat is van programma-inhoudelijke afwegingen, niet gebeurt om commerciële belangen van derden te dienen (of de ogen te sluiten voor de kans dat het zal gebeuren of gebeurt) en de onafhankelijkheid van de publieke omroep overeind blijft. De merchandise op zichzelf is meestal ook niet het probleem. Publieke omroepen moeten vooral alert zijn op de reclame- en sponsorregels en het dienstbaarheidverbod als het gaat om aankoop van programma’s waar commerciële derden ook merchandiseproducten en -diensten van op de markt brengen. De TROS heeft in de kwestie van het kinderprogramma Het Sprookjesboomfeest geen boete gekregen vanwege ongeoorloofde merchandise, maar vanwege overtreding van de reclameregels en van het dienstbaarheidsverbod. Het logo, de naam, de karakters, het décor en de muziek in het kinderprogramma Het Sprookjeboomfeest zijn vrijwel identiek aan die van attracties in de Efteling en aan die welke de Efteling commercieel gebruikt op producten. Volgens het Commissariaat bevat het programma te veel ongeoorloofde reclame-uitingen voor de Efteling en producten van de Efteling.

Daarnaast is het Commissariaat van mening dat de omstandigheden er toe leiden dat er sprake is van dienstbaarheid aan het commercieel exploiteren van de Efteling-attractie. Daarbij speelden vooral het moment van uitzending van de afleveringen van het programma in relatie tot de bouw van de Efteling-attractie, de opvoering van een gelijknamige musical en de publiciteit daarover een rol. Het is niet aan mij om een oordeel te geven of de opgelegde boetes terecht zijn; dat is een zaak van het Commissariaat en uiteindelijk de rechter.

(…) Merchandise bij kinderprogrammering is mogelijk. Maar het mag er niet toe leiden dat commerciële partijen daar meer dan normaal van profiteren. Publieke omroepen en programma’s mogen geen springplank zijn voor commerciële activiteiten. Het is op het vlak van dit dienstbaarheidverbod in relatie tot merchandise en aankoop van programma’s waar de behoefte aan meer duidelijkheid bestaat. Het dienstbaarheidverbod staat al van oudsher in de wet. Hoewel de bepaling algemeen van aard is, is het geen richtingloze regel. De toelichting bij de wet geeft deze bepaling nader inhoud: een omroep overtreedt het dienstbaarheidverbod als geen sprake is van normaal economisch handelen waarbij door derden meer dan normale winst wordt gemaakt of andere concurrentievoordelen worden behaald. Of daar sprake van is moet echter beoordeeld worden aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval. Het is niet goed mogelijk daar specifiekere regels voor te maken. Wat betreft de toets op het dienstbaarheidverbod in relatie tot aankoop van programma’s heeft het Commissariaat in een expertmeeting op 31 mei 2011 de omroepen nadere duidelijkheid willen geven. Het Commissariaat heeft de omroepen concrete richtsnoeren aan de hand gedaan die hen kunnen helpen bij de beoordeling of zij zich niet dienstbaar maken aan de commerciële belangen van derden bij de aankoop van vooral kinderprogrammering. Daarnaast heeft de NPO inmiddels zelf ook concrete randvoorwaarden geformuleerd voor de aankoop van programma’s, die met het Commissariaat zijn gewisseld.

Lees alle vragen en antwoorden hier.