Het horen zeggen voor recht

26-05-2012 Print this page

B9 11277. Rechtbank van Koophandel Antwerpen, 6 december 2011, A/11/07209, NV Nextel tegen BVBA Nexten Belgium (met dank aan Michaël De Vroey, Baker & McKenzie Antwerpen).

Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Belgisch vonnis in geschil tussen Nextel (ITC) en Nexten (zonne-energie en ICT) over de merknaam NEXTEN, door beide partijen als merk ingeschreven en door beide partijen gebruikt  als (onderdeel van de) handelsnaam, vennootschapsnaam of domeinnaam. Eiseres Nextel vordert o.a. “het horen zeggen voor recht” dat gedaagde inbreuk maakt op haar rechten.

De vordering wordt toegewezen. Het verwarringsgevaar op zich tussen beide handelsnamen (waarbij ook de merken worden meegenomen) wordt” in concreto beoordeeld rekening houdend met een vermeende auditieve, visuele dan wel conceptuele overeenstemming.” “In het kader van de concrete synthetische beoordeling” oordeelt de stakingsrechter dat de diensten overeenstemmen (de activiteiten van onderdelen van de groep, komen voor rekening van het geheel) en dat inbreuk aannemelijk is. De (niet-dominante) beeldelementen van het beeldmerk/logo van gedaagde kunnen daar niet aan af doen. Ook het verwarringsrisico tussen de vennootschapsnamen (beoordeeld in abstracto, de ‘benaming op zich wordt gecontroleerd’) wordt gegrond geacht. Een separate beoordeling van de gestelde merkinbreuk wordt niet gegeven, maar ook het gebruik als merk wordt als inbreukmakend aangemerkt.

Gedaagde dient het gebruik te staken, maar krijgt daarvoor ruimer de tijd, nu eiseres Nextel  later dan mogelijk verkoos op te treden tegen gedaagde.  De vordering tot overdracht van de domeinnaam of wijziging van de handelsnaam wordt ontoelaatbaar geacht in een kort geding.

Lees het vonnis hier.