Het innen van opvoeringsrechten

15-03-2012 Print this page

B9 10943. Rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, 14 maart 2012, Stichting Bredero tegen Nederlandse Vereniging voor Amateurtoneel (met dank aan Rutger van Rompaey, QuestIE Advocatuur).

Auteursrecht, althans een incassozaak met auteursrechtelijke component. De NVA, een belangenbehartingsorganisatie voor het amateurtoneel in Nederland, zou ten onrechte een aantal door de Stichting Bredero verzonden facturen m.b.t. de inning van  auteursrechten cq opvoeringsrechten voor toneelstukken onbetaald hebben gelaten. De NVA vordert in reconventie een verklaring voor recht dat de NVA alleen dan tot betaling hoeft over te gaan indien  de stichting aantoont dat zij daadwerkelijk bevoegd is de rechten namens de rechthebbende(n) te incasseren. “Zij wenst duidelijkheid te scheppen en een einde te maken aan de ontransparante praktijk met betrekking tot het innen van opvoeringsrechten.”

De kantonrechter van de rechtbank Den Haag wijst de conventionele incassovorderingen af, aangezien de stichting ter onderbouwing van de facturen geen documenten kunnen overleggen waaruit blijkt dat de NVA gemachtigd zou zijn tot incasseren. De reconventionele vorderingen van de NVA worden eveneens afgewezen, niet op grond van de betwisting door de Stichting dat van ‘schimmigheid’ sprake zou zijn, maar aangezien een juridische grondslag ontbreekt en de NVA ook onvoldoende belang heeft bij de vordering.  “Zij voorkomt er ook niet mee dat zij opnieuw door de Stichting in een procedure wordt betrokken.”

Lees het vonnis hier.