Het nieuwe beeldmerk stemt niet meer overeen

25-05-2012 Print this page

B9 11275. BBIE, 22 mei 2012, Nº 2005322, Inter IKEA Systems B.V. tegen DGN Retail B.V. (met dank aan Maarten Haak, Hoogenraad & Haak).

Merkenrecht. Oppositiebeslissing in geschil tussen Ikea vs. Multimate. Wat deze oppositie wel publicabel maakt is dat deze specifieke oppositie volgt op  een eerdere bodemprocedure tussen beide partijen (Hof Den Haag, 26 januari 2010, IEPT20100126), waarbij het Hof Den Haag het oude beeldmerk van Multimate aanmerkte aan als inbreuk op het bekende IKEA logo.

Daarop heeft verweerder het litigieuze nieuwe beeldmerk laten ontwerpen en ingevoerd voor de ongeveer 100 Multimate franchisevestigingen. Volgens Multimate zijn daarbij “nieuwe risico’s zorgvuldig vermeden en Multimate is dan ook van mening dat de stelling dat het bestreden teken overeen zou stemmen volstrekt ongegrond is. Blauw en geel maken al ruim 15 jaar deel uit van de Multimate huisstijl, daarom zijn deze kleuren ook verwerkt in het nieuwe beeldmerk. Om niettemin extra afstand van de (iets lichter geel-blauwe) IKEA merken te nemen, is een derde kleur, wit, als dominant beeldelement in het aangevraagde merk opgenomen, zowel in de smile als in de onderscheidende vettere letters MULTIMATE.” Het BBIE volgt die stelling en oordeelt dat merk en teken niet overeenstemmen, visueel niet, auditief niet en conceptueel niet en van verwarringsgevaar kan dus geen sprake zijn. De bekendheid van het Ikea logo en eventuele nawerking kunnen daar niet aan af doen:

55. Voor wat betreft het beroep van opposant op de vergrootte beschermingsomvang als gevolg van de bekendheid van de ingeroepen rechten (zie overweging 17), merkt het Bureau op dat aan de beoordeling van de door opposant gestelde bekendheid van de ingeroepen merken, en de door verweerder ingeroepen argumenten daartegen zal niet worden toegekomen. Volgens de rechtspraak is de bekendheid van een merk immers een element dat in aanmerking moet worden genomen bij de beoordeling of de tekens voldoende overeenstemmen of de waren en diensten voldoende soortgelijk zijn om verwarringsgevaar te scheppen. De bekendheid van een ouder merk moet dus in overweging worden genomen bij de beoordeling of verwarringsgevaar bestaat zodra vaststaat dat de merken overeenstemmen, doch niet om deze overeenstemming aan te tonen (zie in die zin arrest GEU, T- 194/09, LAM, 8 februari 2011 en HvJEU C-552/09 P, TiMi Kinderjohghurt, 24 maart 2011).

56. Opposant is van mening dat het bestreden teken grote gelijkenis toont met de eerdere MULTIMATE tekens zoals verboden door het Hof in de reeds aangehaalde procedure, waardoor volgens opposant grote kans op nawerking van de eerdere inbreuk bestaat (zie overweging 19). In een oppositieprocedure kan hier echter geen rekening mee worden gehouden, maar kunnen slechts de merken zoals geregistreerd in overweging worden genomen (zie in die zin GEU, YoKaNa, T-103/06, 13 april 2010).

Lees de beslissing hier.