Het noemen van de naam berust op een vergissing

18-06-2012 Print this page

B9 11348. Vzr. Rechtbank Amsterdam, 18 juni 2012, LJN: BW8616, Peter R. de Vries, SBS & Endemol NEDERLAND tegen Gedaagden.

Mediarecht. Executiegeschil na B9 11246, Gerechtshof Amsterdam, 22 mei 2012, de Peter R. de Vries-zaak over o.a. het auteursrecht op de door gedaagden gemaakte verborgen en de toegeëigende USB-stick. Ondanks het door het hof opgelegde verbod wordt in de uitzending toch eenmaal de naam van een van de gedaagden genoemd. De voorzieningenrechter oordeelt i.c. echter dat dit geen overtreding oplevert van het verbod dat het Gerechtshof aan eiser had opgelegd. Het noemen van de naam ‘berust op een vergissing” en “het verbod van het Gerechtshof heeft tot doel de privacy van de twee personen te beschermen tegen herkenning door het algemene publiek. Die bescherming is met de eenmalige vermelding van een andere naam dan de fictieve naam niet geschonden. Eiser hoeft de dwangsom niet te betalen.”

5.7.  (…) Gelet op de - onbetwiste - inspanningen die [A] c.s. zich heeft getroost aan de door het hof gestelde voorwaarden te voldoen - waarmee ook aanzienlijke kosten gemoeid zijn geweest - is voorshands voldoende aannemelijk dat het feit dat [C] in de Uitzending toch nog éénmaal met [X] is aangeduid, berust op een vergissing. Alhoewel ook een vergissing wel eens tot verbeurte van een dwangsom kan leiden, wordt in deze zaak geoordeeld dat dit niet het geval is. Immers, de dwangsom is opgelegd ter bescherming van de privacy van [C] en [B], dat wil zeggen tegen herkenning door het algemene publiek (kijkers die hen niet kennen). Door [C] per abuis éénmaal aan te duiden met [X], is onvoldoende aannemelijk dat het algemene publiek daarmee op de hoogte is geraakt van de identiteit van [C] of [B], althans dat zij deze hebben kunnen herleiden.

Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het algemene publiek niet weet dat Jack een fictieve naam is en veeleer zal denken dat [A] c.s. Jack bedoelt als [X] wordt gezegd. Dat voorts een bekende van [C] hem heeft herkend, zoals uit berichten op zijn facebookpagina kan worden afgeleid (zie 2.11), is voor verbeurte van de dwangsom niet van belang. Het betreft hier immers niet een kijker die [C] niet kent. Daar komt nog bij dat uit deze berichten valt af te leiden dat deze persoon [C] heeft herkend aan zijn stem, en niet aan het feit dat hij eenmaal is aangeduid met zijn (tweede) voornaam. Het hof heeft niet als voorwaarde voor uitzending gesteld dat de stemmen van [C] en [B] vervormd moeten worden.

5.8.  Uit het voorgaande volgt dat [A] c.s. door [C] in de Uitzending per abuis éénmaal aan te duiden als [X] voorshands geen dwangsommen heeft verbeurd. Aangezien [C] en [B] dreigen executiemaatregelen te treffen ter inning van de in hun ogen verbeurde dwangsommen, zal de voorzieningenrechter het primair gevorderde toewijzen als na te melden. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als na te melden. Aan een bespreking van de (meer) subsidiaire vordering wordt niet toegekomen.

Lees het vonnis hier.