Het risico aanvaard van inbreuk op rechten van een derde

21-12-2011 Print this page

B9 10587. Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 december 2011, HA ZA 09-3475, GB-Trade B.V. tegen Edco Eindhoven B.V.

Modellenrecht. Inbreuk Gemeenschapsmodelrecht m.b.t. de GPS Car Cushion, een houder voor navigatiesystemen. Eindvonnis na Rb Den Haag, 6 april 2011, waarbij Edco in de gelegenheid werd gesteld om eventueel voorgebruik aan te tonen.  Een nadien ingediend verzoek om een eis in reconventie te mogen instellen strekkende tot de nietigverklaring van het Gemeenschapsmodel werd afgewezen, omdat een eis in reconventie dadelijk bij conclusie van antwoord dient te worden ingesteld zoals is bepaald in artikel 137 Rv. De rechtbank gaat i.c. uit van de geldigheid van het model.

Edco is er niet in geslaagd voorgebruik aan te tonen. Wellicht bijzonder daarbij is dat Edco mogelijk zonder dat zij het wist de navigatiehouder van eiseres heeft nagemaakt, althans heeft gebaseerd op ‘een en hetzelfde model dat direct of indirect de basis is geweest voor het ontwerp van de All Ride houder’. “Dat Edco niet op de hoogte was van deze leveringsketen en dus niet wist dat navigatiehouder A in feite de GPS Car Cushion van GB-Trade was, kan niet leiden tot het oordeel dat Edco te goeder trouw is, zoals Edco stelt, althans dat van namaak geen sprake is.” Inbreuk is daarmee een gegeven. Pan-Europees inbreukverbod, recall, schadevergoeding op te maken bij staat en 1019h proceskosten à €23.015,05.

2.16. Uit het voorgaande blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat, anders dan Edco stelt, de All Ride houder niet voortvloeit uit onafhankelijk scheppend werk. Hieruit volgt reeds dat [D], en dus Edco, niet te goeder trouw vóór 3 maart 2008 een aanvang heeft gemaakt met, of serieuze en daadwerkelijke voorbereidingen heeft getroffen tot het gebruik in de Gemeenschap van de All Ride houder. Daartoe geldt dat het ontwerp van de All Ride houder is gebaseerd op een in de handel verkrijgbaar model van een navigatiehouder dat door iemand ontworpen is en waar dus in beginsel rechten op zullen rusten. [D] heeft weliswaar in zijn algemeenheid verklaard dat bij onderzoek naar nieuwe producten altijd wordt gekeken of er juridische problemen zijn, maar hij heeft niet verklaard dat in dit geval door hemzelf of door een ander namens Edco is onderzocht of de bij Heuts gekochte navigatiehouders A en B vrij zijn van rechten. Door hier geen onderzoek naar te doen, heeft Edco het risico van inbreuk op rechten van een derde willens en wetens aanvaard, en kan zij, indien zoals hier, dat risico zich verwezenlijkt, zich er niet met succes op beroepen dat zij te goeder trouw is.”

2.17. Dat [D], zoals hij heeft verklaard, in 2007 de GPS Car Cushion van GB-Trade niet kende en ook niet op de hoogte was van het feit dat Autovision in 2007 aan Newco GPS Car Cushions heeft geleverd, maakt dit niet anders.

2.22. Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat navigatiehouder A is geproduceerd door de fabrikant van de GPS Car Cushion. Dit betekent dat de All Ride houder namaak is. Immers, navigatiehouder A heeft niet alleen hetzelfde uiterlijk als, althans wekt geen andere algemene indruk dan de GPS Car Cushion maar komt ook uit dezelfde fabriek als de GPS Car Cushion. Het gaat dus in feite om een en hetzelfde model dat zoals hiervoor overwogen in 2.15 direct of indirect de basis is geweest voor het ontwerp van de All
Ride houder.

2.23. Dat [D], en dus Edco, niet op de hoogte was van deze leveringsketen en dus niet wist dat navigatiehouder A in feite de GPS Car Cushion van GB-Trade was, kan niet leiden tot het oordeel dat Edco te goeder trouw is, zoals Edco stelt, althans dat van namaak geen sprake is.

2.25. Zoals in r.o. 4.14 van het tussenvonnis reeds is overwogen en beslist, betekent dit dat Edco geen recht van voorgebruik heeft en er sprake is van inbreuk op het recht van GBTrade op het Gemeenschapsmodel. De (meer) subsidiaire grondslagen van de vorderingen van GB-Trade behoeven aldus geen nadere bespreking.

Lees het vonnis hier.