Het rode zool-merk en terugwerkende kracht nieuwe nietigheidsgrond

07-09-2018 Print this page
B915494

IER 2018/31, p. 287-288, C. Gielen: “Ik verwacht niet dat zal worden geoordeeld dat het in dit geval “uitzonderlijk noodzakelijk” (onderstreping, G.) is om de nieuwe nietigheidsgrond van het andere kenmerk te laten gelden voor oude merken. Van belang hierbij is dat in de vele jaren dat wij nu onder het Europese merkenregime leven er niet of nauwelijks is gebleken van enige behoefte om tekens (niet zijnde vormen) die uitsluitend bestaan uit andere kenmerken die een wezenlijke waarde aan de waar (whatever that means) geven, vrij te houden. Bovendien blijkt nergens uit de bewoordingen, doelstellingen of opzet van de nieuwe regeling dat er gevolgen aan dienen te worden toegekend voor reeds verworven rechtsposities. Laten we wel zijn: blijkens art. 56(1)(a) Unie Merkenverordening worden inschrijvingen van EU-merken slechts ongeldig verklaard “where the EU trade mark has been registered contrary to the provisions of Article 7” (onderstreping G.); ik gebruik de Engelse tekst omdat die duidelijk laat uitkomen dat de beoordeling of iets in strijd is ingeschreven met art. 7 Unie Merkenverordening moet geschieden naar het moment van inschrijving. Oude merken van vóór de werking van de nieuwe regeling voor zover die uitsluitend bestaan uit een ander kenmerk dat een wezenlijke waarde aan de waar geeft, zijn niet ingeschreven in strijd met het toen geldende art. 7 Unie Merkenverordening.