Het tolplichtige Duitse wegennet

07-07-2011 Print this page

B9 9903. Rechtbank ’s-Gravenhage, 6 juli 2011, HA ZA 10-2069, Toll Collect GmbH tegen Papst Licensing.

Octrooirecht. EP gedaagde Papst m.b.t. een ‘inrichting voor het heffen van tol voor gebruik van wegen’. Eiseres Toll Collect houdt zich bezig met de exploitatie van een tolheffingssysteem in Duitsland. Tussen beide (Duitse)  partijen lopen ook procedures in Duitsland en Zwitserland. In Duitsland is door Papst een zogenoemde Lizenzbereitschafterklärung afgegeven, die door Toll Collect is geaccepteerd.

In het onderhavige geschil vordert eiseres Toll Collect in conventie de vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi en gedaagde vordert in reconventie een verklaring voor recht dat eiser inbreuk maakt op haar octrooi. Beide vorderingen worden  toegewezen, in die zin dat de vernietiging, kort gezegd,  ziet op een deel van de ‘oude’ conclusies en de inbreuk wordt gemaakt op de nieuwe conclusies (hulpverzoek, geen afstand). De enkele omstandigheid dat Toll Collect beschikt over een licentie die haar vrijwaart van inbreuk op het Duitse deel van het octrooi, betekent niet dat Papst haar recht zou verliezen haar octrooi in Nederland te handhaven.

In citaten:

Hulpverzoek: 4.3. De rechtbank is van oordeel dat toevoeging van de nieuwe conclusies 38 tot en met 42 niet is aan te merken als afstand in de zin van artikel 63 ROW 1995. Het hulpverzoek is onder de omstandigheden van het geval wel toelaatbaar. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.

4.4. In het algemeen is een hulpverzoek dat pas bij pleidooi wordt gedaan tardief, omdat het de wederpartij schaadt in haar mogelijkheid tot verweer. Van strijd met de goede procesorde is in dit geval echter geen sprake omdat de gedeeltelijke afstand door Papst is gedaan, althans inhoudelijk is medegedeeld, bij conclusie van antwoord in conventie en Toll Collect zich daarover bij haar conclusie van antwoord in reconventie al heeft kunnen uitlaten. Toll Collect heeft, gelet op het door haar gevoerde verweer, de afstand ook opgevat als een hulpverzoek, omdat zij daarop heeft gereageerd als ware het een hulpverzoek en heeft aangegeven waarom ook die conclusies nietig zijn in haar optiek. De rechtbank zal dan ook in het navolgende uitgaan van de conclusies zoals zij luiden na afstand – aan te merken als hulpverzoek - een en ander met de voorgestelde nieuwe nummering.

Geldigheid:  4.18. Dat de andere kenmerken van conclusies 1, 2 en 3 uit Biffl bekend zijn, is door Papst niet bestreden. Daarmee zijn alle kenmerken van conclusies 1, 2 en 3 duidelijk en ondubbelzinnig aan de gemiddelde vakman geopenbaard in Biffl. Deze conclusies zijn derhalve nietig.

4.19. Volgens Toll Collect geldt ook voor de afhankelijke conclusies 4 tot en met 24 dat deze nietig zijn bij gebrek aan nieuwheid dan wel inventiviteit. Papst heeft in dit verband slechts verwezen naar de nieuwheid en inventiviteit van de conclusies 1, 2 en 3. Nu dat laatste niet kan worden aangenomen, moeten ook de conclusies 4 tot en met 24 nietig worden geacht.

4.20. De conclusies 25 tot en met 37 zien tezamen op een “kaartjesautomaat” die is ingericht op de afgifte van een plakvignet. De geldigheid van deze conclusies is door Toll Collect niet betwist.

4.31. Wat betreft de conclusie 39 tot en met 42 wordt door Toll Collect de geldigheid betwist met niet meer of andere argumenten dan hiervoor besproken. Deze slagen alleen al niet, omdat Toll Collect ook met betrekking tot deze volgconclusies niet heeft aangegeven dat en waarom in deze volgconclusies telkens in de tegengehouden stand van de techniek duidelijk en ondubbelzinnig ook alle kenmerken van in ieder geval ook conclusie 1 zouden worden geopenbaard. Voor zover Toll Collect heeft willen betogen dat deze conclusies inventiviteit ontberen omdat met de geclaimde maatregelen geen enkel technisch probleem wordt opgelost, wordt dat betoog verworpen. Met de maatregelen van conclusie 1 wordt in ieder geval een oplossing geboden voor geautomatiseerde afgifte van een tolbewijs met behulp van technische middelen. Die maatregelen hebben dus op zijn minst enig technisch effect. Hetzelfde geldt dan voor conclusies 39 tot en met 42, die alle van conclusie 1 afhankelijk zijn. De conclusies 38 tot en met 42 zijn derhalve gelet op het voorgaande geldig te achten.

Inbreuk: 4.33. Papst beroept zich voor haar reconventionele vordering op inbreuk op [nieuwe] conclusies 1, 2, 3, 16, 20 en 38 tot en met 42 van het Octrooi. Conclusies 1 tot en met 24 zijn hiervoor nietig geoordeeld, zodat is te beoordelen of Toll Collect inbreuk maakt op één van de conclusies 38 tot en met 43 (deze laatste conclusie voor zover geldig geoordeeld).

4.35. Dit standpunt moet worden verworpen. De enkele omstandigheid dat Toll Collect beschikt over een licentie die haar vrijwaart van inbreuk op het Duitse deel van het octrooi, betekent niet dat Papst haar recht zou verliezen haar octrooi in Nederland te handhaven, ook niet onder de door Toll Collect geschetste omstandigheid dat de terminals in Nederland dienstbaar zijn aan de tolheffing voor Duitsland. Dat is het gevolg van territoriaal beperkte octrooirechten en onder die rechten verleende licentieaanspraken. Dat wordt ook niet anders, doordat Papst publiekelijk aangeeft (op haar website): “the goal is not to prohibit the use of the patent, but rather to conclude a license agreement”. In omstandigheden als de onderhavige heeft Papst ingevolge artikel 3:296 BW aanspraak op een verbod als inbreuk wordt aangenomen; er is geen sprake van afstand van recht van de zijde van Papst.

4.37. Toll Collect kan hier niet in worden gevolgd. Onder het begrip ‘tolbewijs’ moet naar normaal spraakgebruik worden verstaan een bewijs dat tol is betaald. Van deze betekenis is uit te gaan nu het Octrooi onvoldoende aanknoping biedt voor een afwijkende betekenis. Dat in het systeem van Toll Collect sprake is van tolbewijzen in deze zin, blijkt bij voorbeeld al uit de door Papst aangehaalde bepaling 11.1 in de algemene voorwaarden van Toll Collect: ‘Der Benutzer erhält nach Einbuchung und Zahlung der Maut ein Einbuchungsbeleg. Der Benutzer hat den Einbuchungsbeleg aufzubewahren und während der maupflichtigen Fahrt mit sich zu führen, er dient als Nachweis der Entrichtung der Maut.. ’. Voor zover Toll Collect moet worden gevolgd in haar opvatting dat een tolbewijs in de zin van het Octrooi niet slechts bewijs is van het recht om gebruik te maken van een bepaald traject maar dat recht ook belichaamt, voert Papst terecht aan dat ook in dat geval de inrichting van Toll Collect binnen het bereik van conclusie 1 valt. Papst wijst in dit verband op artikel 11.4 van de algemene voorwaarden inhoudende dat ‘Der Einbuchungsbeleg berechtigt….’ en dus dat het tolbewijs niet alleen bewijs is van betaling maar ook het recht verschaft.

Lees het vonnis hier.