Het vermarkten van de octrooien

19-08-2011 Print this page

B9 10047. Gerechtshof Arnhem, 19 juli 2011, LJN: BR3465, gevoegde zaken appellant tegen curator Canopus N.V. en Ceramic Oxides International B.V. tegen curator CAnopus N.V.

Octrooicomponent in zaak over onbehoorlijke taakvervulling bestuurders en het exploiteren en vermarkten van octrooien. Voor de liefhebber.

4.28. (…) Volgens de curator speelden bij het besluit om voornoemde licentieovereenkomst te ontbinden de volgende belangen een rol:

(i) het belang van Canopus om haar rechten ter zake het vermarkten van de octrooien van COI te behouden;
(ii) het belang van [appellant sub 2] en COI dat het recht om de octrooien van COI te mogen vermarkten weer door COI werd verkregen, zodat [appellant sub 2] geen bemoeienis meer van derden had te verduren bij het vermarkten van de door hem bedachte technologie.

Deze belangen zijn door de curator in zijn antwoordconclusie na enquête nader toegelicht. Naar het oordeel van het hof heeft de curator evenwel onvoldoende feiten en omstandigheden naar voren gebracht waaruit zou blijken dat [appellant sub 2] zich niet in staat had mogen achten het belang van de vennootschap met de vereiste integriteit en objectiviteit te behartigen. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] hebben er voldoende aan gedaan om de octrooien geëxploiteerd te krijgen en pas toen dat niet lukte en de activiteiten van Canopus bij gebrek aan financiële middelen zijn stilgelegd, is de licentieovereenkomst tussen COI en Canopus ontbonden. Bij die stand van zaken kan niet gezegd worden dat [appellant sub 2] en [appellant sub 1] zich in redelijkheid niet in staat mochten achten tot het scheiden van het belang van Canopus en het persoonlijk belang van [appellant sub 2], te weten het kunnen vermarkten van de octrooien (maar nu) via COI.

Lees het vonnis hier.