Het vonnis verbiedt de ‘voortzetting’

05-04-2012 Print this page

B9 11063. Vzr. Rechtbank Breda, 4 april 2012, LJN: BW1041,Pontifix BV tegen Tilburgs Ambulatorium Neuropsychologie (met gelijktijdige dank aan Jan Smolders, Dohmen advocaten).

Handelsnaamrecht, althans executiegeschil na Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 20 december 2011, B9 10597, over de vraag wie van partijen na ontbinding van de maatschap gerechtigd is tot het voeren van de handelsnamen Tilburgs Ambulatorium Neuropsychologie en TAN. Kort gezegd is het Pontifix verboden worden om de handelsnamen ‘te gebruiken.

“In dit executiegeschil is slechts aan de orde de vraag van dwangsommenrecht of al dan niet een dwangsom is verbeurd.” Dat is naar oordeel van de voorzieningenrechter voorshands niet het geval. Eiser valt slechts te verwijten wat hij zelf heeft geïnitieerd: “Niet aannemelijk is gemaakt dat eiser is begonnen met informatieverstrekking met betrekking tot de bewuste namen en daarmee dus ook niets heeft voortgezet in de zin van het vonnis.” Maar: “Niet uitgesloten kan worden dat later alsnog zal blijken dat Pontifix c.s. daartoe hebben bijgedragen op een wijze die overtreding van het vonnis oplevert.” 1019h proceskosten worden ook in executiegeschil toegekend.

3.12. Het vonnis verbiedt de “voortzetting”. Bij de genoemde uitlegregel past dat het moet gaan om gebruik dat dus door eiser 2 zelf is begonnen. Eiser 2 stelt dat hij nimmer informatie heeft geplaatst op, dan wel verstrekt aan de website van “zoek-uw-bedrijf.nl” en dat hem onbekend is hoe laatstgenoemde haar informatie verwerft. Op verzoek van eiser 2 om hierover informatie te verstrekken is van de zijde van “zoek-uw-bedrijf.nl” niet geantwoord.

3.13. Gedaagden dragen de stelplicht en bewijslast van overtredingen in een bodem executiegeschil. Gedaagden hebben niet gesteld dat eiser 2 zelf informatie heeft verstrekt of doen verstrekken aan “zoek-uw-bedrijf.nl”. Reeds hierom voldoen gedaagden niet aan hun stelplicht. Nu zij evenmin de stelling van Pontifix c.s. - dat zij in ieder geval geen informatie aan “zoek-uw-bedrijf.nl” hebben verstrekt - gemotiveerd hebben weersproken, dient het uitgangspunt in dit kort geding te zijn dat eiser 2 dat ook niet heeft gedaan. Dat betekent dat niet aannemelijk is gemaakt dat eiser 2 is begonnen met informatieverstrekking met betrekking tot de bewuste namen en daarmee dus ook niets heeft voortgezet in de zin van het vonnis. Uit het voorgaande volgt dat gedaagden onvoldoende feiten hebben gesteld die de nu gelegde beslagen rechtvaardigen. Dit betekent dat de vorderingen van Pontifix c.s. op de na te melden wijze zullen worden toegewezen.

3.14. De primaire vorderingen sub 1 en 2 zullen worden toegewezen. De vordering sub 3 is zonder belang en wordt afgewezen. De vordering sub 4 en de daaraan verbonden dwangsomveroordeling worden afgewezen. Een verbod om het vonnis te executeren is immers pas gerechtvaardigd als vast staat dat er geen overtreding meer zal kunnen worden vastgesteld. Dat is hier niet het geval. Op dit moment is slechts onbekend hoe “zoek-uw-bedrijf.nl” aan informatie kwam. Niet uitgesloten kan worden dat later alsnog zal blijken dat Pontifix c.s. daartoe hebben bijgedragen op een wijze die overtreding van het vonnis oplevert. De overige geschilpunten tussen partijen behoeven geen (nadere) bespreking en beslissing meer.

3.15. gedaagden zullen hoofdelijk, aldus dat bij betaling door de één de ander in zoverre, zal zijn bevrijd, als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proces-kosten. Pontifix c.s. hebben een kostenveroordeling gevraagd op basis van artikel 1019h Rv en daartoe een proceskostenoverzicht van hun advocaat in het geding gebracht. Nu het onderhavige geding - een executiegeschil over tenuitvoerlegging van een verbod tot merkinbreuk - valt onder het toepassingsgebied van de rechterlijke aanbeveling “Indicatietarieven in IE-zaken,”, zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, zullen de gevorderde proceskosten conform het overgelegde proceskostenoverzicht tot een bedrag van EURO 9.406,75 worden toegewezen. Voorts zullen gedaagden worden veroordeeld in het door Pontifix c.s. verschuldigde griffierecht en de exploitkosten van de dagvaarding.

Lees het vonnis hier.